Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Van De Temperatuursensor; Instellingen; Noodmodus - Metro Therm SHB10 Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Aansluiting van de externe temperatuur-
sensor
Sluit de buitentemperatuursensor BT1 (meegeleverd)
aan op de SHB10 op de AA3-X6:1 en AA3-X6:2 strip.
BT1
BT1

Aansluiting van de temperatuursensor

BT25
Sluit de buitentemperatuursensor BT25 (meegele-
verd) aan op de SHB10 op de AA3-X6:5 en AA3-X6:6
strip. Voor de locatie van de sensor zie hoofdstuk
"Aansluitmogelij kheden".
BT25
BT25
Aansluiting van de temperatuursensor BT6
Sluit de buitentemperatuursensor BT6 (meegeleverd)
aan op de SHB10 op de AA3-X6:7 en AA3-X6:8 strip.
BT6
BT6
Aansluiting van de temperatuursensor BT7
Sluit de buitentemperatuursensor BT7 (meegeleverd)
aan op de SHB10 op de AA3-X6:15 en AA3-X6:16
strip.
BT7
BT7
AANDACHT
De positie van andere sensoren is te vinden op blz. 80.
SHB10
SHB10
SHK 200S/ SHK 200S-6
1
2
3
4
5
AA3-X6
SHK 200S/ SHK 200S-6
SHB10
5
6
7
8
9
AA3-X6
SHB10
SHK 200S/ SHK 200S-6
7
8
9
10
11
AA3-X6
SHB10
SHK 200S/ SHK 200S-6
15
16
17
18
AA3-X6

Instellingen

Hulpverwarming - maximale vermogen
De hulpverwarming heeft een maximaal vermogen
van 9 kW (3x400V). Zij n vermogen is verdeeld in 3
fasen. Mogelij ke vermogen zij n: 3, 6 en 9 kW. Het
maximale vermogen van de hulpverwarming is inge-
steld in Menu 5.1.12.

Noodmodus

Wanneer de controller in de noodmodus staat (SF1
is ingesteld op
), zij n alleen de meest benodigde
functies actief.
Geen warmwaterverwarming.
Constante temperatuur in de aanvoerleiding, zie
hoofdstuk Noodthermostaat voor meer informatie.
BELANGRIJ K
In de noodmodus is het niet mogelij k om het warme
water te verwarmen.
Thermostaat van noodbediening
In de noodmodus wordt de aanvoertemperatuur in-
gesteld met behulp van de thermostaat (BT30). Deze
moet worden ingesteld volgens de eisen van de be-
dieningscircuits.
Het instellingsbereik is 5 - 65°C. Houd er echter re-
kening mee dat bij vloerverwarming de instelwaarde
moet minimaal. 20°C zijn, max. 35-45°C om het ther-
misch comfort in de ruimte en de efficiënte werking
van het systeem te behouden.
BELANGRIJ K
Het maximaal beschikbare vermogen van de verwar-
ming in de noodmodus is 3kW.
BELANGRIJ K
Stel de temperatuur op de thermostaat in volgens
de installatievereisten. Te hoge temperatuur
kan leiden tot schade aan de installatie.
Hoofdstuk 6 |
Elektrische aansluitingen
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave