Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 10
1. Rol
2. Schuif de schacht uit de onderste beugelopeningen,
lijn de rol uit met de bovenste openingen en
monteer de schacht.
3. Installeer de schroef en moer om vast te zetten.
Om de achterste (interne) rollen af te stellen (Figuur 11)
Figuur 11
1. Interne rollen
Glijders afstellen
De glijders moeten in de laagste stand worden
gemonteerd als de machine wordt gebruikt bij een
maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste
stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand
van minder dan 64 mm.
Om de glijders af te stellen, moet u de flensbout en de
moeren verwijderen. Vervolgens zet u de glijders in de
gewenste stand en monteert u de bevestigingen weer
(Figuur 12).
2. Rolas
1. Glijder
Antiscalpeerrollen afstellen
Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de aanbeveling
de hoogte van de antiscalpeerrollen in te stellen.
1. Nadat u de maaihoogte hebt ingesteld, moet u de
flensmoer, de lagerbus, het afstandsstuk en de bout
verwijderen om de rollen in te stellen (Figuur 13).
1. Antiscalpeerrol
2. Afstandsstuk
3. Lagerbus
2. Kies een opening en let er hierbij op dat de
antiscalpeerrol is geplaatst bij de dichtstbijzijnde,
door u gewenste corresponderende maaihoogte.
3. Monteer de flensmoer, de lagerbus, het afstandsstuk
en de bout. Vastdraaien met een torsie van
54-61 Nm.Figuur 13
De afvoerplaat afstellen
(alleen model 31336)
De afvoer van de maaimachine kan worden aangepast
aan verschillende maaiomstandigheden. Zorg ervoor
15
Figuur 12
Figuur 13
4. Flensmoer
5. Bout
Advertenties
Inhoudsopgave
