Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

C8_03-2_fr_G017.qxd
26/09/03
22
I
Richtingaanwijzers
Linksaf: druk de hendel naar bene-
den.
Rechtsaf: duw de hendel naar bo-
ven.
Om van richting te veranderen,
moet de hendel door de weerstand
naar boven of beneden worden be-
wogen. De richtingaanwijzer wordt
automatisch uitgeschakeld bij het
terugdraaien van het stuur.
Lichtsignaal
Trek de hendel naar u toe.
Het geven van een lichtsignaal is
ook mogelijk bij afgezet contact.
Claxon
Druk op het middendeel van het
stuur.
10:15
Page 22
S i g n a l e r i n g
Alarmverlichting
Wanneer de alarmverlichting aan-
staat knipperen gelijktijdig alle rich-
tingaanwijzers.
Gebruik deze verlichting uitslui-
tend indien sprake is van ge-
vaar:
bij een noodstop of wanneer u stil-
staat onder ongebruikelijke om-
standigheden.
Deze verlichting werkt ook met af-
gezet contact.
Geluidssignaal
Uw auto geeft diverse geluidssig-
nalen af:
- 1 piep = Signaal ter bevestiging
van een commando (b.v.: aan- of
uitzetten van de functie "automa-
tisch vergrendelen van de achter-
klep").
- 1 gong = waarschuwing niveau 1
(b.v.: openstaand of slecht-geslo-
ten portier)
- 3 opeenvolgende gongs = waar-
schuwing niveau 2 (b.v.: te hoge
koelwatertemperatuur)
0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T017-NEL.win 15/3/2004 19:32 - page 6
Automatisch branden van de
alarmverlichting
Wanneer u plotseling remt of bij
een forse snelheidsvermindering
van de auto gaat de alarmverlich-
ting automatisch branden.
De alarmverlichting gaat automa-
tisch uit wanneer u daarna weer
gasgeeft of wanneer u op de cor-
responderende schakelaar op het
dashboard drukt.
Zolang u met alarmverlichting rijdt kunt
u geen richting aangeven.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave