C8_03-2_fr_G065.qxd
3/11/03
II
Werking in de handbediende stand
Handmatig schakelen in de vier versnellin-
gen:
- zet de schakelhendel in de stand M,
- duw de schakelhendel naar het teken "+"
voor het schakelen in een hogere ver-
snelling,
- duw de schakelhendel naar het teken "–"
voor het schakelen in een lagere versnel-
ling
U kunt op elk gewenst moment van de
stand D (automatische stand) in de stand
M (handbediende stand) schakelen.
Houd na het schakelen in een hogere
of lagere versnelling de hendel niet lan-
ger dan tien seconden vast, om te voor-
komen dat de automaat uit de hand-
schakelstand
geraakt
gesignaleerd door knipperen van het
display).
Raadpleeg een CITROËN-dealer
15:49
Page 69
A u t o m a t i s c h e
v e r s n e l l i n g s b a k
Opmerking: het schakelen van de
ene in de andere versnelling is mo-
gelijk voorzover de snelheid van de
auto en het motortoerental dit toela-
ten. Doorgaans vindt de automati-
sche
schakeling
plaats.
Wanneer de auto stilstaat of wan-
neer u extreem langzaam rijdt,
schakelt de versnellingsbak auto-
matisch in de stand M1.
Het programma "
werkt niet in de handbediende
stand.
(dit
wordt
0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T065-NEL.win 15/3/2004 19:33 - page 5
Storingen
Bij storingen knippert altijd het dis-
play.
In zo'n geval werkt de automaat
volgens een noodloopfunctie (ver-
onmiddellijk
grendeling in de 3
Het schakelen van P naar R en van
N naar R gaat dan gepaard met
een schok; deze schok heeft geen
nadelige gevolgen voor de versnel-
lingsbak.
" (Sneeuw)
Rijd niet harder dan 100 km/h
Raadpleeg een CITROËN-dealer
69
II
e
versnelling).