C8_03-2_fr_G033.qxd
16/09/03
44
II
Het systeem bevat onder andere
een sirene en een lampje dat zicht-
baar is van buitenaf en een van de
volgende
mogelijke
van het alarmsysteem aanduidt:
• Alarm niet actief (sluimerstand
uitgeschakeld), lampje uit.
• Alarm actief (in sluimerstand),
lampje knippert langzaam.
• Alarm in werking of afgegaan (in-
braaksignaal), lampje knippert
snel.
Wanneer het lampje van het anti-in-
braakalarm 10 seconden ononder-
broken brandt dan duidt dat op een
mankement aan het alarm of de si-
rene.
11:05
Page 44
A n t i - i n b r a a k a l a r m
Het is mogelijk dat uw auto voorzien is
van een ANTI-INBRAAKALARM. Dit ga-
randeert:
• Een inbraakbeveiliging via schake-
laars op de opengaande delen (portie-
ren, achterklep, motorkap) en op de
elektrische voeding.
• Een interieurbeveiliging via ultrasone
sensoren (bewegingsmelders in het in-
terieur). U kunt deze uitschakelen via
de schakelaar op het dashboard.
Uitschakelen van het alarm met de sleutel
Open de portieren met de sleutel en neem plaats in de auto. Steek de sleutel
binnen 10 seconden in het contact. Zodra de gecodeerde sleutel herkend is,
toestanden
wordt het anti-inbraakalarm opgeheven.
Uitschakelen van het alarm met de afstandsbediening
Het alarm wordt automatisch uitgeschakeld bij het ontgrendelen van de auto
(druk op de toets B van de afstandsbediening).
0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_T033-NEL.win 15/3/2004 19:33 - page 12
II
A
B