C3_05_2_G033-FRA.qxd 27/07/05 10:57 Page 40
40
40
II
In de volgende gevallen wordt de motor niet in de sluimerstand geschakeld:
Voordat de motor in de sluimerstand wordt gezet, controleert het systeem automatisch en direct of aan bepaalde voor-
waarden, die te maken hebben met de veiligheid, het thermisch comfort en de bescherming van de motor, is voldaan.
Zo is het mogelijk dat de motor niet in de sluimerstand wordt geschakeld of zal deze automatisch starten in de volgen-
de gevallen:
• enkele minuten na de eerste start (koude motor);
• ten behoeve van het thermisch comfort:
- bij extreme buitentemperaturen (onder de 10°C, boven de +30°C), als de klimaatregeling aan staat;
- meer in het algemeen, als door de klimatologische omstandigheden en de geprogrammeerde temperatuur van de
airconditioning het draaien van de motor noodzakelijk is om warme of koude lucht te produceren;
• indien u het ontwasemen / ontdooien van de voorruit heeft ingeschakeld;
• als u lange tijd stilstaat op een steile helling, teneinde de remcapaciteit van de auto te behouden.
Nadat u de achteruitversnelling heeft ingeschakeld, is gedurende circa vijftien seconden het in de sluimerstand scha-
kelen van de motor niet mogelijk.
S t o p
C3 - 2005-2 C:\Documentum\Checkout\C3_05_2_T033-NEL.win 22/9/2005 16:02 - page 8
&
S t a r t
II