C3_05_2_G065-FRA.qxd 15/09/05 15:29 Page 72
72
72
II
De achterbumper van uw auto is
voorzien van parkeerhulpsensoren.
Wanneer u in de achteruitver-
snelling rijdt met een snelheid
onder de 10 km/u ongeveer,
wordt u op de volgende manieren
door de parkeerhulpsensoren ge-
waarschuwd voor obstakels in het
detectiegebied achter de auto:
- Een geluidssignaal
weergegeven via de linker en/of
rechter luidspreker.
- De weergave van het silhouet van
uw auto met markeringen die cor-
responderen met de gebieden
waar een obstakel is gedetec-
teerd.
Hoe dichter de auto het obstakel
nadert, hoe sneller de geluidssig-
nalen elkaar opvolgen en hoe dich-
ter de weergegeven markeringen
bij de auto komen te liggen.
Zodra het obstakel zich op minder
dan 25 centimeter van de auto be-
vindt, wordt het geluidssignaal om-
gezet in een continu signaal en ver-
schijnt de melding "LET OP" of
"ATTENTION" op het display.
P a r k e e r h u l p
Activeren / Uitschakelen
U kunt de parkeerhulp aan- of uit-
zetten door op 1 te drukken. Wan-
neer de parkeerhulp uitgeschakeld
is, brandt het lampje.
dat
wordt
De in- c.q. uitgeschakelde stand
wordt vastgelegd bij afzetten van
de motor.
Let op: het systeem wordt automa-
tisch uitgeschakeld wanneer u een
aanhanger aan de auto koppelt.
De montage van een trekhaak
dient
te
CITROËN erkend bedrijf.
Wanneer u de achteruitversnelling inschakelt en er eerst een kort
geluidssignaal klinkt en daarna een lang, terwijl er een melding op
het display verschijnt en het SERVICE-lampje brandt, is er sprake
van een mankement.
Wend u tot een CITROËN erkend bedrijf.
C3 - 2005-2 C:\Documentum\Checkout\C3_05_2_T065-NEL.win 22/9/2005 16:03 - page 8
1
gebeuren
door
een
Werking
Na inschakelen van de achteruit-
versnelling hoort u een kort ge-
luidssignaal dat aangeeft dat de
parkeerhulpfunctie actief is. Het sil-
houet van uw auto wordt weerge-
geven op het display. Vervolgens
kunnen obstakels die zich achter
uw auto bevinden worden gedetec-
teerd.
Opmerking:
• De sensoren van de parkeerhulp
kunnen echter geen voorwerpen
detecteren die zich direct onder
of boven de achterbumper be-
vinden.
• Sommige voorwerpen, zoals een
paaltje, kunnen aan het begin
van de manoeuvre wel gedetec-
teerd worden terwijl die bij nade-
ring niet meer worden opge-
merkt.
• Let er bij slecht weer of sneeuw-
val op dat de parkeerhulpsenso-
ren niet worden afgeschermd
door vuil, ijs of sneeuw.
II