C3_05_2_G033-FRA.qxd 27/07/05 10:57 Page 44
44
44
II
A
Sterkte van de dashboardver-
lichting
Wanneer de koplampen zijn inge-
schakeld, brandt ook de dash-
boardverlichting:
- Instrumentenpaneel: toerenteller,
display en brandstofniveaustreep-
jes.
- Centrale display.
- Aircodisplay.
Voor het selecteren van de weerga-
vemodus en de sterkte van de ver-
lichting drukt u op de toets A van
de dashboardverlichting.
Rijden in het donker (met ont-
stoken koplampen)
Er zijn vier verschillende lichtsterk-
teniveaus en een "black panel"-
functie.
Het instellen van de lichtsterkte ge-
beurt door op de knop A te druk-
ken in de volgorde:
4e niveau => 3e niveau => 2e ni-
veau => 1e niveau => black panel.
D a s h b o a r d v e r l i c h t i n g
B l a c k
B
C
Deze functie is het meest rustge-
vend voor uw ogen, wanneer u in
het donker rijdt.
In de "black panel" -stand worden
tijdelijk alleen de volgende func-
ties - door ze op te roepen of in ge-
val van een waarschuwing - weer-
gegeven:
- De controlelampjes in venster C
(onderzijde instrumentenpaneel),
van bijvoorbeeld de minimum-
brandstofvoorraad of van de koel-
watertemperatuur.
- De richtingaanwijzers
- De snelheidsmeter
- De ingeschakelde versnelling
- De kilometerteller (bij elke druk
op de toets B)
- Het display van de automatische
airco, bij elke bediening van een
toets.
- De informatie van de boordcom-
puter.
C3 - 2005-2 C:\Documentum\Checkout\C3_05_2_T033-NEL.win 22/9/2005 16:02 - page 12
p a n e l
D
-
Bediening black panel
• Wanneer u de eerste keer op
de bediening D "DARK" drukt,
dan schakelt u het display in een
sluimerstand. Bovenin het dis-
play wordt dan alleen de tijd en
de temperatuur weergegeven.
• Wanneer u een tweede keer op
de bediening D drukt, dooft het
display en het instrumentenpa-
neel (black panel) met uitzonde-
ring van de volgende signalerin-
gen:
- De snelheidsmeter.
- De ingeschakelde versnelling.
- De
snelheidsbegrenzer/snel-
heidsregelaar, indien ingescha-
keld.
N.B.: In de volgende gevallen
lichten de displaysignaleringen
tijdelijk op:
- Het indrukken van een van de
toetsen van het display.
- Het selecteren van de radio -
cd-speler.
- Het bedienen van de aircondi-
tioning.
Oplichten van alle signaleringen
in geval van nood.
• Door een derde keer op D te
drukken, keert u terug naar de
normale verlichting
II