Campster - 12/20-0 - PSL-MJ21-00NL
3.2
Algemeen
De zuurstof in het voertuig wordt verbruikt door ademhaling en door
gebruik van gasgestookte inbouwapparatuur. De zuurstof moet daarom
continu worden ververst. Hiervoor is het voertuig voorzien van
ventilatieroosters. Wanneer het vouwdak is geopend, is voldoende
ventilatie gewaarborgd. Dek ventilatieopeningen nooit van binnen of van
buiten af, bv. met een wintermat, en zet ze nooit dicht. Houd
ventilatieopeningen vrij van sneeuw en bladeren. Er bestaat gevaar voor
verstikking door een verhoogd CO
Neem de doorgangshoogte van de deuren in acht.
In de vloer liggen elektrische leidingen. Boor in geen geval gaten in de
vloer en draai er geen schroeven in. Er bestaat gevaar voor een
elektrische schok of kortsluiting door beschadiging van een leiding.
Voor de inbouwapparatuur (verwarming, kooktoestel, koelbox, enz.) en
voor het basisvoertuig (motor, remmen, enz.) zijn de betreffende
gebruiksaanwijzingen en bedieningshandleidingen maatgevend. Deze
moeten in acht worden genomen.
Wanneer accessoires of speciale uitrusting wordt gemonteerd, kunnen de
afmetingen en het gewicht van het voertuig wijzigen en kan het rijgedrag
worden beïnvloed. De gemonteerde onderdelen moeten in bepaalde
gevallen op de voertuigpapieren worden vermeld.
Gebruik uitsluitend velgen en banden die voor het voertuig zijn toegelaten.
Zie voor informatie over de afmetingen van toegelaten velgen en banden
de voertuigpapieren of informeer bij een geautoriseerde dealer of
servicewerkplaats.
Trek bij het parkeren van het voertuig de handrem stevig aan.
Sluit bij het verlaten van het voertuig alle deuren, serviceluiken en ramen.
Gevarendriehoek en verbandtrommel naar DIN 13164 zijn wettelijk
voorgeschreven en moeten worden meegevoerd.
Neem uitsluitend met het voertuig deel aan het wegverkeer, wanneer de
chauffeur in het bezit is van een voor de voertuigklasse geldig rijbewijs.
Geef bij verkoop van het voertuig alle gebruiksaanwijzingen van het
voertuig en de inbouwapparatuur door aan de nieuwe eigenaar.
3.3
Verkeersveiligheid
Controleer voor het rijden de werking van de signalerings- en
verlichtingsinstallatie, de besturing en de remmen.
Laat na een lange periode van stilstand (ca. 10 maanden) de
reminstallatie en de gasinstallatie keuren door een geautoriseerd
garagebedrijf.
Klap voor het rijden het vouwdak in en zet dit vast.
Draai voor het rijden alle draaibare stoelen in de rijrichting en vergrendel
deze. Tijdens het rijden moeten de draaibare stoelen in de rijrichting
vergrendeld blijven.
Tijdens het rijden mogen personen zich uitsluitend op de toegelaten
zitplaatsen bevinden (zie hoofdstuk 5). Zie voor het toegelaten aantal
zitplaatsen de voertuigpapieren.
Veiligheid
-gehalte.
2
3
13