9
Elektrische installatie
9.3.3
Maatregelen:
9.3.4
58
Accubewaking
Laad een ontladen woonruimteaccu zo snel mogelijk weer volledig
op.
De accubewaking in het elektroblok bewaakt de spanning van de
woonruimteaccu.
Wanneer de accuspanning onder 10,5 V zakt, schakelt de accubewaking in
het elektroblok alle 12 V-verbruikers uit.
Schakel alle elektrische verbruikers die niet strikt noodzakelijk zijn met de
betreffende schakelaars uit.
Schakel indien nodig met de 12 V-hoofdschakelaar de 12 V-voeding voor
kort gebruik weer in. Dit is uitsluitend mogelijk wanneer de accuspanning
meer dan 11 V bedraagt. Bedraagt de accuspanning minder, dan kan de
12 V-voeding pas weer worden ingeschakeld wanneer de woonruimteaccu
is opgeladen.
Accu laden
Wanneer de motor draait, worden de woonruimteaccu en de startaccu door de
voertuigdynamo bijgeladen. Daarbij krijgt de startaccu de hoofdlading. De
woonruimteaccu kan tijdens het rijden niet volledig worden geladen. Wanneer
de motor is uitgeschakeld, worden de accu's door een relais in het elektroblok
automatisch van elkaar gescheiden. Daardoor wordt voorkomen dat de
startaccu door elektrische verbruikers in het woongedeelte wordt ontladen.
Het startvermogen van het voertuig blijft zo behouden. De laadtoestand van
de woonruimteaccu resp. de startaccu kan op het bedieningspaneel worden
afgelezen.
Wanneer het voertuig op de 230 V-voeding is aangesloten, worden de
woonruimteaccu en de startaccu via de laadmodule in het elektroblok
bijgeladen. De startaccu wordt daarbij slechts geladen met druppellading. De
laadstroom wordt aangepast aan de laadtoestand van de accu. Overbeladen
is daardoor niet mogelijk.
Om de volledige capaciteit van de laadmodule in het elektroblok te kunnen
gebruiken, moeten alle elektrische verbruikers tijdens het laden worden
uitgeschakeld.
Campster - 12/20-0 - PSL-MJ21-00NL