Hoofdstuk 8 Verklarende woordenlijst
Inleiding
De onderstaande termen en definities kunnen u helpen tijdens het gebruik van het netwerkscansysteem.
A
Apparaten
Een apparaat is een stuk hardware, zoals een scanner, printer, faxapparaat, digitale camera of
kopieerapparaat.
ASCII
Acroniem voor American Standard Code for Information Interchange (Amerikaanse standaardcode voor
informatie-uitwisseling). Een groep difinities voor de bit-samenstelling van tekens en symbolen. ASCII beschrijft
128 tekens en symbolen door middel van 7 binaire bits en 1 pariteitsbit.
B
Beeld
Afwisselend gebruikt met bestand. Commando's en functies werken exact hetzelfde ongeacht of het item in
kwestie een .TIF-bestand, of een .DOC-bestand is.
Browser
Een softwareprogramma, zoals Microsoft's Internet Explorer, dat u in staat stelt HTML-bestanden af te beelden.
C
Computerfax
Een elektronische manier om faxen te versturen vanaf en te ontvangen in een computer. Een computerfax
wordt verstuurt vanaf of ontvangen in een computer.
D
DPI
Dots Per Inch (punten per inch). Een maateenheid die de resolutie van de printer aangeeft.
G
Grafisch element
Een geschreven, gedrukt of elektronisch afgebeeld symbool of tekening. Tevens, tekens of tekst die zijn
gegenereerd door een grafisch softwareprogramma op een computer.
Grijsschaal
Een kleur in zwart-wit als resultaat van verschillende intensiteiten van zwart.
L
Liggende richting
De horizontale richting van een beeld langs de lengte van de pagina. Dit is het tegenovergestelde van de
staande richting.
39
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/