Hoofdstuk 1 Inleiding
Basiskennis van de bediening
De onderstaande hoofdcomponenten vormen het Sharp netwerkscansysteem.
Door Sharp geleverde componenten:
•
AR-serie digitaal kopieerapparaat
•
De AR-PB2A printer-uitbreidingskaart (geïnstalleerd in het kopieerapparaat) met in totaal 48 mb
uitgebreid geheugen (standaard 16 mb).
•
AR-NC3D netwerkinterfacekaart (geïnstalleerd in het kopieerapparaat)
•
AR-NS1 netwerkscanner-uitbreidingskaart
•
AR-NS1 netwerkscanner-hulpprogramma's (cd-rom) met Sharpdesk softwareprogramma voor
het beheren van bureaublad-bestanden, Network Scanner Tool, enz.
Netwerkcomponenten:
•
E-Mailserver (alleen vereist voor het bestemmingstype "Scan naar E-Mail")
•
FTP-server (alleen vereist voor het bestemmingstype "Scan naar FTP")
•
Computers (vereist voor het bestemmingstype "Scan naar desktop" en andere)
Vaststellen van het netwerkadres van het kopieerapparaat
Alvorens te beginnen met het instellen van het netwerkscansysteem, moet u eerst het
netwerkadres (IP-adres) vaststellen dat aan iedere computer is toegewezen. Dit IP-adres
is hetzelfde als dat is ingesteld in de printer-uitbreidingskaart AR-PB2A, en kan worden
gevonden op de Printerconfiguratiepagina met behulp van het bedieningspaneel van het
kopieerapparaat.
1. Druk op de AFDRUKKEN-toets op het bedieningspaneel van het kopieerapparaat.
2. Kies "OFF-LINE".
3. Druk op de "MENU" toets.
4. Kies "TESTPAGINA AFDRUKKEN".
5. Kies "CONFIGURATIEPAGINA AFDRUKKEN".
Het kopieerapparaat drukt de Printerconfiguratiepagina af.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
2