Apparaat bedienen
nl
In werking stellen
U moet altijd starten met de toets start/stop l.
Na de start verschijnt op het display naast de
instellingen een tijdsindicatie. Bovendien verschijnen de
ringlijn en de opwarmlijn.
Werking stopzetten
Met de toets start/stop l kunt u de werking ook
onderbreken en weer door laten lopen.
Wanneer u de toets start/stop l ca. 3 seconden lang
indrukt, wordt de werking helemaal afgebroken en
worden alle instellingen teruggezet.
Nadat de werking onderbroken of
Aanwijzing:
afgebroken is, kan de koelventilator verder lopen.
Watertank vullen
Wanneer u de apparaatdeur opent, ziet u rechts de
watertank. Voor gebruik de watertank altijd vullen.
Zorg ervoor dat u de waterhardheid correct heeft
ingesteld. ~ "Basisinstellingen" op pagina 20
Attentie!
Schade aan het apparaat door gebruik van ongeschikte
vloeistoffen.
Gebruik geen gedistilleerd water, geen sterk
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
water of mineraalwater zonder koolzuur.
Voor gebruik altijd de watertank vullen:
Apparaatdeur openen.
1.
Watertank uit de tankschacht nemen (Afb.
2.
Watertank tot de markering "max" vullen met koud
3.
water. (Afb.
).
"
Tankdeksel sluiten tot
4.
het merkbaar inklikt.
14
Gevulde watertank inbrengen (Afb.
5.
Controleren of de watertank gelijk met de
6.
tankschacht is ingeschoven (Afb.
Apparaatdeur sluiten.
7.
De watertank is gevuld. U kunt het programma starten.
Watertank bijvullen
Als de watertank leeg is, verschijnt de melding op het
display dat de watertank gevuld moet worden. De
werking wordt onderbroken.
:
Waarschuwing – Risico van verbranding!
Bij het openen van de deur van het apparaat kan heet
water uit het apparaat lopen. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. Apparaatdeur voorzichtig
openen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt
zijn. Als de verdamperschaal overloopt, watertank niet
bijvullen.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
1.
Watertank uitnemen en vullen.
2.
Watertank terugplaatsen en de apparaatdeur sluiten.
3.
In werking stellen.
4.
De werking wordt voortgezet.
).
!
).
#
).
$