3.5 Hydraulische actuator aan slangenpakket
aansluiten
3.5.1
3.5.1 / 3.5.2
De aansluitingen van de hydraulische actuator en de beide
aansluitingen van het slangenpakket zijn voorzien van be-
schermdoppen. Verwijder de doppen van de betreffende
koppelingen.
3.5.3
Verbind de hydraulische actuator met de slang door de snel-
koppelingen naar achteren te trekken en vast te houden tij-
dens het insteken. Door de snelkoppeling los te laten, wordt
de verbinding hoorbaar vergrendeld.
3.5.4 / 3.5.5
Let er bij het aansluiten van de pneumatische stuurslangen
op dat de blauwe, zilveren en zwarte slangen op de koppe-
lingen met de desbetreffende kleur worden aangesloten. De
pneumatische slangen moeten tot aan de aanslag worden
ingestoken.
Controleer de toestand van de hydraulische
actuator, de slangen en de koppelingen voor
elk gebruik van het apparaat.
Bij herkenbare schade moeten de compo-
nenten worden vervangen.
Beschadigde slangen of koppelingen kun-
nen zwaar letsel veroorzaken!
Niet correct aangesloten slangen kunnen
losschieten en zwaar letsel veroorzaken.
3.5.2
3.5.3
3.5.4
3.5.5
blue
silver
black
19