5.1.2
Rijden met bediener op de grond
Als de noodzaak zich voordoet om rijbewegingen niet vanuit de van tevoren bepaalde bedieningspost op het platform uit te voeren
(bijv. om door doorgangen heen te rijden waarvan de doorrijhoogte te beperkt is in verband met de hoogte van de machine) kan de
volgende procedure toegepast worden:
Laat het platform volledig zakken.
Demonteer de bedieningskast op het platform.
Demonteer de relingen indien nodig of klap ze in om de hoogte van de machine nog meer te beperken.
Stel de lage rijsnelheid in ("slakkenstand")
Voer de bewegingen uit en houd een veiligheidsafstand van minimaal 1 meter van de machine aan.
Let op de richting van de rij- en stuurbeweging en denk eraan dat de aanwijzingen op de "bedieningskast op het platform"
verwijzen naar de van tevoren bepaalde positie (gebonden aan de relingen).
om vanaf de grond hef-/daalmanoeuvres met behulp van de "bedieningskast op het platform" uit te
voeren.
5.1.3
Platform heffen en laten zakken
De bedieningselementen die gebruikt moeten worden om het platform te heffen of te laten zakken zijn (zie FIGUUR 5-1):
bedieningshendel (joystick)
manoeuvrekeuzeschakelaar
schakelaar "man aanwezig"
Om het platform te heffen of te laten zakken moeten de volgende handelingen op volgorde uitgevoerd worden:
stel met de keuzeschakelaar L de stand "heffen/dalen" in;
druk de dodemansschakelaar D in (het feit dat de schakelaar ingedrukt is wordt gesignaleerd aan de hand van de groene led E
die continu gaat branden)
bedien binnen 10 seconden nadat de groene led E continu is gaan branden de bedieningshendel A en duw de hendel naar
voren om het platform te heffen of naar achteren om het platform te laten zakken en houd daarbij de schakelaar "man
aanwezig" D de hele duur van de manoeuvre ingedrukt.
De daalbeweging vindt op een vaste snelheid plaats.
OPMERKING:
De machine is in overeenstemming met de norm EN280:2001 uitgerust met een systeem om het risico van afhakken en
verbrijzelen in de hefconstructie te vermijden:
De daalbeweging wordt automatisch onderbroken op een punt waarop de verticale afstand tussen de uiteinden van het
schaarmechanisme groter is dan 50 mm. In deze toestand attendeert de zoemer op de gevaarlijke situatie door zijn
werkingsfrequentie te verhogen. De medewerker die zich op het platform bevindt moet het bedieningselement voor het
dalen van het platform loslaten en wachten tot de zoemer uitgaat (ongeveer 3 seconden), waarna hij de bediening van
het dalen weer kan hervatten, die wordt uitgevoerd met dezelfde modaliteit: het geluidssignaal en de melder (waar
aanwezig) worden onmiddellijk en met een hogere frequentie geactiveerd, en de beweging wordt met ongeveer 1,5
seconde vertraagd.
De net beschreven modaliteit wordt bovendien geactiveerd bij elke bediening van de daling op een hoogte
van het platform die lager is dan die van de automatische stop.
Alvorens de machine op de een of andere manier te HEFFEN of te ZAKKEN moet gecontroleerd worden of
er zich personen in de buurt van de machine bevinden en moet er in ieder geval met de grootst mogelijke
voorzichtigheid gehandeld worden.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – Serie X – XS E RESTYLING
HET IS VERBODEN
A
L
D
Blz. 53