Emissieregeling
Het systeem geeft een waarschuwing als er fou-
ten zijn in het SCR- systeem of als het reductant-
peil in de reductanttank te laag is. In het geval
van enkele storingen, bijvoorbeeld als de koeling
van de doseereenheid niet werkt, wordt het kop-
pel gereduceerd.
Waarschuwing EMS-storing
De machine-interface geeft indicaties weer voor
storingen in het motorregelsysteem.
Een gele waarschuwingslamp geeft aan dat de
operator zo snel mogelijk contact moet opnemen
met een werkplaats. De waarschuwingslamp
wordt geactiveerd bij emissiegerelateerde storin-
gen en andere storingen die mogelijk moeten
worden verholpen.
Hieronder staan enkele voorbeelden van typi-
sche storingen die de gele waarschuwingslamp
activeren:
• Signaal voor sensor of actuator verloren.
• Temperatuur motor of uitlaatgasnabehande-
lingssysteem tegen limiet.
• Systeemaccuspanning buiten normaal bereik.
• Storingscode voor bijvoorbeeld:
– NOx-sensor
– Verhoog de druk
– EGR-actuator
– Aanpassing buiten grenswaarden
De rode waarschuwingslamp duidt op een nood-
verzoek voor directe gecontroleerde uitschake-
ling als gevolg van ernstig risico op lichamelijk
letsel of schade aan de motor.
De operator moet contact opnemen met een
werkplaats voordat de motor opnieuw wordt ge-
start.
Hieronder staan enkele voorbeelden van typi-
sche storingen die de rode waarschuwingslamp
activeren:
• Langdurig verlies van oliedruk.
• Interne EMS-softwarestoring.
• Accuspanning te hoog.
• Ernstig overtoeren.
• Ernstige brandstofsysteemstoring.
OPM 100 nl-NL
35
©
Scania CV AB 2022, Sweden
Starten en bedrijf