Computerbewerkingen
Via een netwerk afdrukken
Afdrukprocedures zijn afhankelijk van de applicatiesoftware die u gebruikt. Raadpleeg
de documentatie bij de toepassing voor meer informatie.
Voor meer informatie over afdrukfuncties klikt u op Help in het scherm van de printerdriver
en raadpleegt u de online help.
Afdrukken met de PS-printerdrivers
1. Plaats het papier in de papierlade. Raadpleeg het hoofdstuk Papier en ander
afdrukmateriaal in de handleiding voor de gebruiker.
2. Open vanaf uw computer het document dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Bestand > Afdrukken.
4. Selecteer de gewenste printer.
5. Selecteer Eigenschappen.
6. Selecteer het tabblad Papier/Aflevering.
7. Selecteer de gewenste waarden voor Papierlade, Papierformaat en Papiersoort.
8. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer de gewenste Geavanceerde
instellingen.
9. Selecteer OK om het venster Eigenschappen op te slaan en te sluiten.
10. Selecteer het gewenste aantal exemplaren en dan OK om de opdracht af te drukken.
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van uw printerdriver.
Afdrukken met de PCL-printerdrivers
1. Plaats het papier in de lade. Raadpleeg het hoofdstuk Papier en ander afdrukmateriaal
in de handleiding voor de gebruiker.
Xerox
®
D95/D110/D125/D136 Copier/Printer
Handleiding voor de gebruiker
11
11-1