Productoverzicht
Inschakelen
Na het inschakelen moet het apparaat ongeveer 3 minuten opwarmen voordat u kunt
beginnen met het maken van kopieën.
1. Open het klepje.
2. Zet de aan/uit-schakelaar in de aan-stand.
Het bericht Even geduld a.u.b... geeft aan dat het apparaat bezig is met opwarmen.
Het apparaat kan tijdens het opwarmen niet worden gebruikt.
Uitschakelen
Voordat u de stroomvoorziening uitschakelt, zorgt u dat het verwerken, kopiëren en
afdrukken van alle opdrachten is voltooid en dat het gegevenslampje niet brandt.
1. Druk de aan/uit-schakelaar bovenop de printer in de rechtopstand (I). De printer
wordt hiermee uitgeschakeld.
2. Als u door wilt gaan met het uitschakelen van de hoofdstroomvoorziening, zorgt u
dat het aanraakscherm blanco is en de energiespaarstandknop niet brandt.
3. Open het voorpaneel.
4. Druk de hoofdschakelaar in de stand [0] om de hoofdvoeding uit te schakelen. Het
lampje van de hoofdstroomvoorziening op het bedieningspaneel gaat nu uit.
5. Sluit het voorpaneel.
Energiespaarstand
OPMERKING
De termen Laag stroomverbruik en Energiespaarstand worden synoniem aan elkaar
gebruikt.
De functie Energiespaarstand heeft twee modi:
Laag stroomverbruik: als het apparaat een vooraf ingestelde periode inactief is, wordt
de modus Laag stroomverbruik ingeschakeld.
1-6
Handleiding voor de gebruiker