Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
• Als u het papier in de printer vervangt door papier van een ander formaat nadat u de camera op de
printer hebt aangesloten, koppelt u de USB-kabel (DSC-T900) of kabel voor de multifunctionele
aansluiting (DSC-T90) los van de printer, en sluit u daarna de printer opnieuw aan.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de
camera (pagina 149) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de printer,
enige tijd duren.
Aanraakscherm
De toetsen van het aanraakscherm kunnen niet op de juiste wijze of volledig
worden bediend.
• Voer [Kalibratie] uit (pagina 63).
• [Behuizing] staat op [Aan] (pagina 64).
De tekenpenbediening werkt op onbedoelde plaatsen.
• Voer [Kalibratie] uit (pagina 63).
Overige
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een uur
liggen voordat u deze weer gebruikt.
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
• Dit is geen defect.
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (pagina 77).
• De ingebouwde, oplaadbare reservebatterij is leeg. Plaats een opgeladen accu en laat de camera
gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen.
U wilt de datum of tijd veranderen.
• Verander de instellingen op
t
(Instellingen) t [Klokinstellingen]
160
NL