Navigatie
Navigatiefuncties en -instellingen worden ook gebruikt bij het navigeren van koersen
(Koersen, pagina
27) en
segmenten
(Segmenten, pagina
8).
• Locaties
(Locaties, pagina
25)
• Kaartinstellingen
(Kaartinstellingen, pagina
30)
Locaties
U kunt op het toestel locaties vastleggen en bewaren.
Uw locatie markeren
Voordat u een locatie kunt markeren, dient u satellieten te zoeken.
Een locatie is een punt dat u vastlegt en in het toestel opslaat. Als u oriëntatiepunten wilt onthouden of wilt
terugkeren naar een bepaald punt, markeer dan de locatie op de kaart.
1 Maak een rit.
2 Blader naar de kaart.
3 Selecteer
> Markeer positie > OK.
Locaties opslaan vanaf de kaart
1 Selecteer Menu > Navigatie > Zoek op kaart.
2 Blader door de kaart naar de locatie
(Bladeren op de kaart, pagina
30).
3 Houd
ingedrukt om de locatie te selecteren.
4 Selecteer Locatie opslaan.
Navigatie
25