186 Rijden en parkeren
De kunststof afdekking op de kogelkopbeves‐
#
tiging
2
plaatsen.
Indien de kogelhals verontreinigd is, de kogel‐
#
hals reinigen.
De afdekkap op de kogelkop plaatsen.
#
De kogelhals correct opbergen en beveiligen.
#
Aanhangwagen aan- of afkoppelen
Voorwaarden
De kogelhals moet veilig in de vergrendelde
R
stand staan.
Aanhangwagens met een 7-polige stekker kunnen
via de volgende adapters op het voertuig worden
aangesloten:
Adapterstekker
R
Adapterkabel
R
Aanhangwagen aankoppelen
* AANWIJZING Beschadiging van de voer‐
tuigaccu door volledige ontlading
Door het opladen van de aanhangwagenaccu
via de spanningsvoorziening van de aanhang‐
wagen kan de accu van het voertuig bescha‐
digd raken.
De spanningsvoorziening van het voer‐
#
tuig niet gebruiken om de aanhangwa‐
genaccu op te laden.
Voertuigen met automatische transmis‐
#
sie: De keuzehendel in de stand jzetten.
De parkeerrem van het voertuig bedienen.
#
Alle deuren sluiten.
#
De afdekkap van de kogelkop verwijderen en
#
veilig opbergen (
/
%
De hoogte van de kogelkop wijzigt met de
belading van het voertuig. In dit geval
gebruikmaken van een aanhangwagen met
een in hoogte instelbare aanhangwagendis‐
sel.
De breekkabel van de aanhangwagen in het
#
oog bij de kogelhals bevestigen.
De wegrolbeveiligingen van de aanhangwa‐
#
gen, bijvoorbeeld wielkeggen, verwijderen.
De parkeerrem van de aanhangwagen vrijzet‐
#
ten.
De aanhangwagen horizontaal achter het
#
voertuig zetten en aankoppelen.
pagina 80).
De klep van de contactdoos openen.
#
De stekker met de nok
#
de contactdoos aanbrengen.
De bajonetverbinding
#
rechtsom draaien.
Het deksel laten vergrendelen.
#
De kabel met kabelbinders aan de aanhang‐
#
wagen bevestigen (alleen bij adapterkabels).
Controleren of de kabel bij het rijden door
#
bochten vrij kan bewegen.
De combischakelaar omhoog of omlaag druk‐
#
ken en controleren of het betreffende knip‐
perlicht van de aanhangwagen knippert.
Ook bij een correct elektrisch aangesloten aan‐
hangwagen kan in de volgende gevallen een dis‐
playmelding op het multifunctioneel display ver‐
schijnen:
Het verlichtingssysteem van de aanhangwa‐
R
gen is van LED's voorzien.
De minimumstroom (50 mA) van de aanhang‐
R
wagenverlichting werd onderschreden.
%
De permanente spanningsvoorziening kan
worden gebruikt voor accessoires met een
vermogen tot maximaal 240 W.
Aanhangwagen afkoppelen
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het
afkoppelen
Wanneer u een aanhangwagen met oploop‐
rem in geremde staat afkoppelt, kunt u met
uw hand tussen de auto en de aanhangwa‐
gendissel bekneld raken.
De aanhangwagen niet in geremde staat
#
afkoppelen.
Een aanhangwagen met oplooprem niet afkoppe‐
len als deze geremd is, anders kan door het uitve‐
ren van de oplooprem het voertuig worden
beschadigd.
1
in de groef
3
van
2
tot de aanslag