232 Onderhoud en verzorging
display is groen en ligt tussen "min" en "max":
Het oliepeil is in orde.
Motoroliepeil Motor warm
#
bedrijfstemperatuur warm rijden.
Motoroliepeil Voor meting auto horizontaal
#
plaatsen: Het voertuig op een horizontaal vlak
parkeren.
Motoroliepeil 1,0 l bijvullen
#
de weergave van het oliepeil op het multifunc‐
tioneel display is oranje en ligt onder "min":
1 l Motorolie bijvullen.
Motoroliepeil verlagen
#
weergave van het oliepeil op het multifunctio‐
neel display is oranje en ligt boven "max": Te
veel bijgevulde motorolie aftappen.
Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
Voor motoroliepeil contact
#
inschakelen, om het motoroliepeil te controle‐
ren.
Motoroliepeil Systeem buiten
#
sensor is defect of niet aangesloten. Naar een
gekwalificeerde werkplaats gaan.
Motoroliepeil nu niet
#
kap sluiten.
%
Voertuigen met koudeolie-indicatie: Na een
langere standtijd van het voertuig wordt auto‐
matisch het oliepeil in het multifunctioneel
display weergegeven. Indien een meting van
het motoroliepeil niet mogelijk is, verschijnt
een overeenkomstige melding.
Motorolie bijvullen
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden door hete onderdelen in de
motorruimte
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐
nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de
radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐
teem.
De motor laten afkoelen en alleen de
#
hierna beschreven onderdelen aanra‐
ken.
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden bij het openen van de motorkap
Wanneer bij een oververhitte motor of bij
brand in de motorruimte de motorkap wordt
geopend, kunt u in contact komen met hete
gassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐
fen.
rijden: De motor op
en de balk voor
en de balk voor de
aan: Het contact
werking: De
beschikbaar: De motor‐
De oververhitte motor laten afkoelen
#
alvorens de motorkap te openen.
Bij brand in de motorruimte de motor‐
#
kap gesloten houden en contact opne‐
men met de brandweer.
Als werkzaamheden in de motorruimte moeten
worden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐
len aanraken:
Motorkap
R
Afsluitdop vulopening motorolie
R
Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoir
R
Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir
R
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand en
letsel door motorolie
Wanneer motorolie op hete onderdelen in de
motorruimte terecht komt, kan het ontsteken.
Ervoor zorgen dat er geen motorolie
#
naast de vulopening terecht komt.
Voordat de motor wordt gestart, deze
#
laten afkoelen en met motorolie ver‐
vuilde onderdelen grondig reinigen.
* AANWIJZING Motorschade door ver‐
keerd oliefilter, verkeerde olie of additie‐
ven
Geen motorolie en geen oliefilter met
#
een andere dan de voor de voorgeschre‐
ven onderhoudsintervallen noodzake‐
lijke specificaties gebruiken.
Mercedes-Benz adviseert, originele of geteste
vervangings- en service-onderdelen te gebrui‐
ken.
Niet de motorolie of het oliefilter wijzi‐
#
gen om langere verversingsintervallen
dan voorgeschreven te bereiken.
Geen additieven gebruiken.
#
De aanwijzingen van de weergave
#
onderhoudsinterval voor het olie verver‐
sen opvolgen.
* AANWIJZING Schade door te veel bijge‐
vulde motorolie
Te veel motorolie kan de motor of de katalysa‐
tor beschadigen.