Witte vlekken op zwart
1
2
3
4
Lijnen met vegen
1
2
3
4
5
Vage afdruk
1
2
3
4
5
6
134 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen
Druk nog een aantal pagina's af om te controleren of het probleem van zelf wordt verholpen.
Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specificaties. (Zie
"Papierspecificaties" op pagina
Controleer of de aan de omgevingseisen van de printer is voldaan. (Zie
specificaties" op pagina
Vervang de inktpatroon.
Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specificaties. (Zie
"Papierspecificaties" op pagina
Controleer of de aan de omgevingseisen van de printer is voldaan. (Zie
specificaties" op pagina
Draai de papierstapel in de papierinvoerbak om. Probeer het papier 180
Open het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel van de printer. Open het
submenu Afdrukkwaliteit en wijzig de instelling TONERDICHTHEID. (Zie
pagina
166.)
Open het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel van de printer. In het
submenu Afdrukkwaliteit, opent u OPTIMALISEREN en stel LIJNDETAIL= AAN in.
Controleer of de papiersoort en –kwaliteit voldoet aan de HP specificaties. (Zie
"Papierspecificaties" op pagina
Controleer of de aan de omgevingseisen van de printer is voldaan. (Zie
specificaties" op pagina
Draai de papierstapel in de papierinvoerbak om. Probeer het papier 180
Gebruik geen papier dat al een keer door de printer heen is gegaan.
Verlaag de tonerdichtheid. Zie de omschrijving van
Open het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel van de printer. In het
submenu Afdrukkwaliteit, opent u OPTIMALISEREN en stel HOGE TRANSFER= AAN in. (Zie
"OPTIMALISEREN" op pagina
188.)
201.)
188.)
201.)
188.)
201.)
164.)
"Algemene
"Algemene
°
te draaien.
"TONERDICHTHEID" op
"Algemene
°
te draaien.
"TONERDICHTHEID" op pagina
166.
NLWW