a Het complete toestel
in-/uitschakelen
b Optische interface
(alleen voor de dienst Herstellingen
aan huis van Miele)
c De bovenste of onderste
wijnklimaatzone selecteren
d De functie DynaCool
(constante luchtvochtigheid) in-/uit-
schakelen
e De presenteerverlichting in-/uitscha-
kelen
Beschrijving van het toestel
f De temperatuur instellen
(X voor kouder)
g Een keuze bevestigen (OK-toets)
h De temperatuur instellen
(Y voor warmer)
i Het toestel in de instelmodus
zetten of eruit halen
j Het temperatuur- of deuralarm uit-
schakelen
k Display met temperatuuraanduiding
en symbolen (symbolen alleen zicht-
baar in de instelmodus; zie tabel
voor uitleg over de symbolen)
5