Montagerichtlijnen
Klimaatklasse
Het toestel is bestemd voor een be-
paalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur), waarvan de grenzen moeten wor-
den aangehouden. De klimaatklasse is
vermeld op het typeplaatje in de bin-
nenruimte van het toestel.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden,
waardoor schade kan ontstaan.
58
Kamertemperatuur
+10 °C tot +32 °C
+16 °C tot +32 °C
+16 °C tot +38 °C
+16 °C tot +43 °C
Luchttoevoer en -afvoer
De luchttoevoer en luchtafvoer van
het toestel verloopt via de sokkel
van het toestel.
De lucht in de sokkel van het toestel
wordt warm. Voor de koeling van het
toestel is het zeer belangrijk dat de nis
zo geconstrueerd is dat de luchtafvoer
en luchttoevoer niet worden gehinderd.
Het verluchtingsrooster in de sokkel
van het toestel mag niet afgedekt of
afgesloten worden.
Bovendien moeten de luchttoevoer-
en luchtafvoeropeningen regelmatig
van stof worden ontdaan.
Het bijgeleverde
verluchtingsrooster moet in ieder
geval worden ingebouwd en samen
met het bijgeleverde
schuimstofblok worden gebruikt.