Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en
bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen
stickers.
1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding.
2. Kans op botsing—Dit voertuig is niet bestemd voor gebruik
op de openbare weg.
3. Kans op vallen—Vervoer geen passagiers in de laadbak.
4. Kans op vallen—Laat kinderen nooit het voertuig besturen.
5. Om de motor te starten, moet u plaats nemen op
de bestuurdersstoel, de parkeerrem vrijzetten, het
contactsleuteltje op AAN draaien, de chokehendel uittrekken
(indien nodig) en het gaspedaal intrappen.
6. Om de motor af te zetten, moet u het gaspedaal laten
opkomen, de parkeerrem in werking stellen en het
contactsleuteltje op UIT draaien en uit het contact halen.
7. Claxon
8. Koplampen
9. Accumeter/urenteller
1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding.
2. Risico van explosie - Geen vonken of vuur en niet roken.
3. Waarschuwing – Gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent.
4. Voertuig kan kantelen - wees voorzichtig en rij langzaam op hellingen; verminder uw snelheid als u een bocht maakt, rij niet harder
dan 26 km per uur als u een volle laadbak hebt of een zware lading vervoert en over oneffen terrein rijdt.
5. Kans op vallen en letsel aan armen en benen - Vervoer geen passagiers in de laadbak en houd uw armen en benen te allen tijde
binnen het voertuig.
112-3310
10. Lampje brandt, OK
11. Lampje knippert, lees de Gebruikershandleiding.
12. Laadbaklift
13. Achterlift
14. Vooruit
15. Achteruit
16. Stroom—UIT
17. Stroom—AAN
104-7215
9