8
Technische wijzigingen voorbehouden
6
7
9
Banden: Spoorbreedte / afstrijker
De zaaimachine-banden hebben in levertoestand een hogere
bandendruk.
Voor de eerste toepassing banden afstellen op de aangegeven
luchtdruk.
6.00-16
10.0/75-15.5 – 0,8 bar
Banden 6.00-16: op sterk klevende bodem kan de afstand tussen
wiel en frame door het omdraaien van de wielen vergroot worden
(fig.6); het wiel loopt dan bij het verbindingsrijden nogmaals in
hetzelfde spoor.
De transportbreedte bij "Ceria 300" bedraagt dan meer dan 3 m,
daartoe dienen de wielen voor het transport opnieuw omgedraaid
te worden.
Wielafstrijker (a.W.): telkens na plaatsing van banden en instelling
van de wielen passend instellen.
Bij de wielmontage de opgetilde machine bijkomend
ondersteunen!
Transportpositie
Met lege zaaikast transporteren.
Zaaikastdeksel sluiten.
Afdraaibakken in elkaar sluiten op bovenste positie (7/1).
Markeur inklappen en vastmaken (8/1).
Rijpadmarkeur omhoog plaatsen – stekker (9/1).
Aan Perfekt-Toestrijker tandbeveiliging aanbrengen
(bijkomende uitrusting) en bij „3 m" aan beide zijden de
buitenste toestrijkerelementen afnemen (56/2).
Steunpoten omhoog plaatsen
Hefstangen van de tractor aan de zijkant vastmaken.
Verlichtingsinstallatie en waarschuwingsbord aanbrengen (zie
fig.7).
Transportaanwijzingen bladzijde 29 in acht nemen!
-zie hoofdstuk Transport
10
– 1,2 bar
.
02.2007