Scannen naar een USB-geheugenapparaat
• Het apparaat kan het niet geformatteerd USB-geheugenapparaat
niet detecteren. Formatteer en steek het USB-geheugenapparaat in
de USB-geheugenpoort van uw apparaat.
• Het apparaat kan het USB-geheugenapparaat niet detecteren als
het apparaat in de energiebesparende modus staat. Wacht tot het
apparaat zich in stand-bymodus bevindt en sluit vervolgens het
USB-geheugenapparaat opnieuw op de USB-geheugenpoort van
uw apparaat aan.
• Het apparaat heeft twee USB-geheugenpoorten. Als er al een USB-
geheugen op een van de poorten is aangesloten en u een USB-
geheugenapparaat op een andere poort aansluit, zal het apparaat
deze laatste niet detecteren. Verwijder het als eerste geplaatste
USB-geheugenapparaat en sluit vervolgens het gewenste USB-
geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw
apparaat.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Plaats de originelen in de DSDF met de bedrukte zijde naar boven
of plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar onder op de
glasplaat van de scanner en sluit de DSDF (zie "Originelen plaatsen"
op pagina 77).
3
Druk in het scherm op Naar USB scannen.
4
Druk op het tabblad Basis.
5
Selecteer een map voor het opslaan van de gescande afbeelding.
Als u geen map selecteert, wordt de gescande afbeelding in de
hoofdmap opgeslagen.
6
Druk op het invoergebied van Bestandnaam. Het pop-
uptoetsenbord verschijnt.
7
Voer een bestandsnaam in om de gescande gegevens op te slaan.
Druk op de optie die aangeeft dat u Gereed bent.
8
Stel de Bestandsindeling, de Resolutie en de Tonersterkte in.
11. SmarThru Workflow, Gedeelde map, Opgeslagen Document en USB gebruiken
236