Apparaatinstellingen
Afdrukinstellingen
U kunt de afdrukinstellingen instellen. Wanneer er geen specifieke invoer
voor afdrukopties wordt uitgevoerd, drukt het apparaat af met de
instellingen die u hier instelt. Stel de veelgebruikte afdrukinstellingen in.
Deze functie is nuttig wanneer uw bedrijf een specifieke afdrukvorm heeft.
U hebt ook toegang tot deze functie via de SyncThru™ Web Service.
Open de webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en voer het IP-adres
van uw apparaat in. Wanneer SyncThru™ Web Service wordt
geopend, klikt u op het tabblad Settings > Machine Settings > Printer.
1
Druk op Apparaatinst. > Afdrukinstellingen op het scherm.
2
Selecteer de geschikte optie.
Optie
Lay-out
biedt opties voor de papierlay-out.
• Afdrukstand: selecteer de papieroriëntatie.
• Dubbelzijdig: selecteer de papieroriëntatie voor
de dubbelzijdige modus.
• Aantal exemplaren: selecteer het aantal
kopieën dat u wilt afdrukken.
• Marge: U kunt de marge aanpassen voor
gemeenschappelijk dubbelzijdig, algemeen
enkelzijdig, emulatie.
Omschrijving
Optie
Algemeen
U kunt Lege pagina's overslaan, Papierinvoer en
Emulatie instellen.
• Emulatie: U kunt het emulatieformaat kiezen.
• Papierinvoer: U kunt de invoerlade selecteren
voor de papierinvoer.
• Lege pagina's overslaan: U kunt de lege
pagina's tijdens het afdrukken overslaan.
3
Druk op
(Terug) om terug te keren naar het vorige scherm.
Netwerkinstell.
Met deze functie kunt u het netwerk instellen. Voordat u de informatie
instelt, moet u relevante informatie hebben over de netwerkprotocollen en
het computersysteem dat u gebruikt. Als u niet weet welke instellingen u
moet gebruiken, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder.
1
Druk op Apparaatinst. > Netwerkinstell. op het scherm.
2
Stel de juiste opties in.
Optie
TCP/IP
Hiermee kunt u de netwerkinstellingen instellen (zie
"Netwerkinstellingen (TCP/IP)" op pagina 44).
12. Menuoverzicht en geavanceerde functies
Omschrijving
Omschrijving
265