Installatie van draadloos netwerk (optioneel)
Verbinding maken in PIN-modus
Voer de id en het Password in.
Gebruik dezelfde aanmeldings-id, hetzelfde wachtwoord en dezelfde
domein als bij de aanmelding op het apparaat (zie "Aanmelden" op
pagina 244). Zie "Tabblad Beveiliging" op pagina 275 als u een nieuwe
gebruiker wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
1
Druk op Apparaatinst. > Netwerkinstell. op het scherm.
2
Klik op Wi-Fi.
3
Druk op WPS > PIN.
4
Druk op Start.
5
De achtcijferige PIN-code verschijnt op het display.
U moet binnen twee minuten de achtcijferige PIN-code invoeren op
de computer die is aangesloten op het toegangspunt (of de
draadloze router).
6
Volg de instructies op het scherm.
De berichten worden weergegeven op het scherm.
11
Wi-Fi-netwerken gebruiken
Voor u begint moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloos netwerk
kennen, evenals de netwerksleutel als deze is gecodeerd. Deze gegevens
zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router) werd
geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd bent
met de draadloze omgeving waarin u werkt.
Voer de id en het Password in.
Gebruik dezelfde aanmeldings-id, hetzelfde wachtwoord en dezelfde
domein als bij de aanmelding op het apparaat (zie "Aanmelden" op
pagina 244). Zie "Tabblad Beveiliging" op pagina 275 als u een nieuwe
gebruiker wilt maken of als u het wachtwoord wilt wijzigen.
1
Druk op Apparaatinst. > Netwerkinstell. op het scherm.
2
Klik op Wi-Fi-instellingen.
3
Het apparaat geeft een lijst met beschikbare netwerken. Nadat een
netwerk is geselecteerd, vraagt de printer naar de bijbehorende
beveiligingscode.
4
Selecteer de gewenste Wi-Fi-netwerkoptie.
3. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
63