en zorg dat alle bevestigingsmateriaal stevig is
vastgedraaid.
•
Een beschadigde rolbeugel dient vervangen te
worden. Probeer niet om deze te repareren of aan
te passen.
De machine veilig gebruiken op
hellingen
•
Stel uw eigen procedures en voorschriften op voor
werken op hellingen. Als onderdeel van deze
procedures moet u zeker het terrein onderzoeken
om na te gaan op welke hellingen u de machine
veilig kunt gebruiken. Gebruik altijd uw gezond
verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u
dit onderzoek uitvoert.
•
Hellingen zijn de belangrijkste oorzaak dat de
bestuurder de macht over de machine verliest
en deze omkantelt. Dit kan leiden tot ernstig
of dodelijke letsel. Gebruik van de machine op
hellingen vereist altijd extra voorzichtigheid.
•
Vertraag de machine wanneer u zich op een
helling bevindt.
•
Als u zich ongemakkelijk voelt wanneer u de
machine op een helling gebruikt, maai die helling
dan niet.
•
Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of
andere verborgen objecten. De machine kan
omslaan op oneffenheden in het terrein. In hoog
gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar.
•
Kies een lage rijsnelheid zodat u op een helling
niet hoeft te stoppen of schakelen.
•
De machine kan omrollen voordat de wielen grip
verliezen.
•
Gebruik de machine niet op een nat gazon. De
wielen kunnen grip verliezen, ook als de remmen
naar behoren werken.
•
Vermijd starten, stoppen of bochten maken op een
helling.
•
Voer alle bewegingen op hellingen langzaam en
geleidelijk uit. Verander niet plots de snelheid of
rijrichting van de machine.
•
Gebruik de machine niet in de buurt van steile
hellingen, greppels, oevers of water. De machine
kan plotseling omslaan als een wiel over de rand
komt, of als de rand instort. Zorg voor een veilige
afstand tussen de machine en een gevarenzone
(2 keer de breedte van de machine).
De machine inrijden
Voor olieverversingsbeurten en aanbevolen
onderhoudsprocedures tijdens de inrijperiode, zie
de Gebruikershandleiding van de motor, die u hebt
gekregen bij de machine.
Voor de inrijperiode is 8 uur maaien genoeg.
Aangezien de eerste bedrijfsuren van cruciaal belang
zijn voor de betrouwbaarheid van de machine in
de toekomst, moet u de werking en de prestaties
van de machine scherp in het oog houden zodat
kleine gebreken die later grote problemen kunnen
veroorzaken, worden opgemerkt en verholpen.
Controleer de machine tijdens de inrijperiode
veelvuldig op olielekken, losse bevestigingen of
andere gebreken.
De motor starten en
uitschakelen
Opmerking:
Controleer de gebieden onder de
maaidekken om er zeker van te zijn dat deze schoon
zijn.
Starten van de motor
Belangrijk:
Gebruik geen ether of andere soorten
startvloeistof.
Opmerking:
U moet mogelijk het brandstofsysteem
ontluchten voordat u de motor start, indien zich één
van de volgende situaties heeft voorgedaan:
•
Eerste keer starten van een nieuwe motor.
•
De motor is gestopt omdat de brandstof op was.
•
Er is onderhoud uitgevoerd aan componenten
van het brandstofsysteem, bijvoorbeeld er is een
nieuw filter gemonteerd, etc.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor.
1.
Ga op de stoel zitten, trek de parkeerrem aan,
zet de heffen/dalen maai-bediening vrij, en zet
de schakelhendel in de N
2.
Neem uw voet van het tractiepedaal en verzeker
dat het pedaal in de N
3.
Zet de gashendel op L
4.
Plaats het sleuteltje in het contact en draai het
naar de A
-stand. Houd het in de A
AN
tot het indicatielampje van de gloeibougies
uitschakelt (ongeveer 6 seconden).
5.
Draai het contactsleuteltje dan naar de
S
-stand.
TART
Belangrijk:
startmotor oververhit raakt, mag u de
startmotor niet langer dan 10 seconden in
werking stellen. Als u de motor 10 seconden
achtereen hebt gestart, moet u 60 seconden
wachten voordat u een nieuwe startpoging
doet.
6.
Laat het sleuteltje direct los als de motor start en
laat het weer terugkeren naar D
21
EUTRAALSTAND
EUTRAALSTAND
.
ANGZAAM
Om te voorkomen dat de
RAAIEN
.
staat.
-stand
AN
.