De standaardprocedure voor het maken van foto's wordt hierna beschreven.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld en is gereed voor
het maken van foto's. In deze handleiding wordt
dit de foto-opnamestand genoemd.
2
Controleer het onderwerp en de
opnamegegevens op de LCD-monitor.
Het scherpstelkader in het midden van de LCD-
monitor geeft de zone aan waarin automatisch
wordt scherpgesteld.
U kunt het opnamegebied wijzigen door de Zoom/
/
knop naar links of rechts te drukken.
w
x
x : maakt het onderwerp groter.
w : Verbreedt het opnamegebied dat de camera vastlegt.
3
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor wordt groen als het onderwerp is
scherpgesteld.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
De opname verschijnt één seconde op de LCD-monitor (momentcontrole)
en wordt vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het interne
geheugen. (p.40)
• Standaard is
camera aan om foto's te maken in de functie
• Druk op de knop Snelinstelling om de snelinstelling te activeren en de camera
automatisch alle opnamefuncties te laten instellen. (p.64)
Snel aan de slag
Foto's maken
(Autom. opname) ingesteld als opnamefunctie. (p.61) Zet de
b
Aan/uit-knop
Ontspanknop
Zoom/w/x knop
Scherpstelkader
.
b
2
38 38 38
10/14/2006
10/14/2006
10/14/2006
14:25
14:25
14:25
39