Het kwaliteitsniveau selecteren
U kunt de kwaliteit (de compressiefactor) van foto's selecteren.
Hoe meer sterren, des te lager de compressiefactor en des te scherper de
opname, maar het bestand wordt groter. Ook de instelling van de opnamepixels
heeft invloed op de bestandsgrootte (p.83).
Kwaliteitsniveau
C
Best
D
Beter
E
Goed
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Kwaliteitsniveau] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig het kwaliteitsniveau met
de vierwegbesturing (23).
Bij wijziging van de instelling van Kwaliteitsniveau
wordt de opslagcapaciteit voor het geselecteerde
kwaliteitsniveau aangegeven.
5
Druk op de knop 4.
De instelling van Kwaliteitsniveau wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand met de huidige instelling.
MENU
2, 3, 4
5
1, 6
b
Laagste compressiefactor. Geschikt voor fotoafdrukken.
Standaard compressiefactor. Geschikt voor weergave van opnamen op
het beeldscherm van een computer.
Hoogste compressiefactor. Geschikt voor plaatsing op een website of
om als bijlage bij e-mailberichten te gebruiken.
Opnemen
7
Opnamepixels
M
Kwaliteitsniveau
AWB
Witbalans
AF-veld
ISO
Gevoeligheid
AUTO
Einde
Einde
Einde
MENU
R A q < I i \
Opslagcapaciteit
7
Opnamepixels
M
Kwaliteitsniveau
AWB
Witbalans
AF-veld
ISO
Gevoeligheid
AUTO
Stop
MENU
1/3
Q E D
c
4
12
OK
OK
85