Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fijninstelling Van De Sensorafstand - Flexim FLUXUS G72 Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

9 Meting
9.3 Start van de meting
Het meetpuntnummer invoeren
Meting\Meetpuntnummer
• Toets het nummer van het meetpunt in.
• Druk op ENTER.
Voor het activeren van de tekstinvoer zie Speciale functies\Dialogen/menu's\Meetpuntnummer.
Het aantal meetpaden invoeren
Meting\Meetpad
• Toets het aantal meetpaden in.
• Druk op ENTER.
Instelling van de sensorafstand
Meting\Afst. tussen sensoren
De aanbevolen sensorafstand verschijnt in beeld. De sensorafstand is de afstand tussen de binnenkant van de sensoren.
Voor zeer kleine buizen is bij een meting in de doorstralingsopstelling een negatieve sensorafstand mogelijk.
Opmerking!
De nauwkeurigheid van de aanbevolen sensorafstand hangt af van de nauwkeurigheid van de ingetoetste buis- en
mediumparameters.
• Bevestig de sensoren aan de buis en stel de sensorafstand in.
• Druk op ENTER.
Het diagnosevenster verschijnt in beeld.

Fijninstelling van de sensorafstand

Het balkendiagram AMP geeft de amplitude van het ontvangen signaal aan.
Het balkendiagram SCNR toont de verhouding nuttig signaal/gecorreleerd stoorsignaal.
• Verschuif één van de twee sensoren lichtjes naar het bereik van de aanbevolen sensorafstand totdat de
balkendiagrammen de max. lengte bereiken.
Afb. 9.1:
Diagnosevenster
1 – gemeten geluidssnelheid van het medium en signaalversterking
2 – aanbevolen sensorafstand
3 – amplitude (balkendiagram)
4 – SCNR-waarde (balkendiagram)
128
1
2
3
4
FLUXUS G72*
2022-04-01, UMFLUXUS_G72xV2-0-1NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave