83247607 • 1/2016-10 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC 15 ... 32-A
7 Inbedrijfstelling
7.2 Toestel regelen
▶
Tijdens de inbedrijfstelling controleren:
▪
Maximaal mogelijke waterdoorstroming verzekerd.
▪
Hoogstoken gebeurt met lage vertrektemperaturen en een laag vermogen.
▪
Bij meervoudige ketelinstallaties alle toestellen tegelijkertijd met laag vermogen
in bedrijf stellen.
▪
Gasaansluitdruk bij maximaal vermogen binnen de bereiken (zie hfst. 7.1.2).
1. Installatie configureren
▶
Gaskogelkraan sluiten.
▶
Installatie aan schakelaar S1 aanschakelen (zie hfst. 6.1.1).
Na het aanschakelen van de stroomtoevoer herkent de WTC het toesteltype, alle
aangesloten voelers en actoren. De herkende configuratie wordt ca. 20 seconden
knipperend weergegeven.
1 Toesteltype
2 Uitvoering
3 Buitenvoeler
4 Pomp
Als de regelingsvariante aangesloten is, verschijnt de weergave na ca. 7 secon-
(1
den.
▶
Op de enter-toets drukken.
✓
Configuratie wordt opgeslagen.
Als de invoeringstoets binnen de 20 seconden niet ingedrukt wordt, wordt de her-
kende configuratie na 24 uur automatisch opgeslagen. De configuratie kan ook
manueel heropgestart worden (zie hfst. 6.5). Een geconfigureerd toestel geeft na elke
aanschakeling van de spanningstoevoer de opgeslagen configuratie weer.
Als er achteraf voelers of actoren aangesloten resp. verwijderd worden, moet het
toestel opnieuw geconfigureerd worden (zie hfst. 6.5). De automatische configuratie
vindt enkel plaats bij de eerste inbedrijfstelling.
67-118
15 = WTC 15
25 = WTC 25
32 = WTC 32
P1 = Buffervatregeling met een voeler
P2 = Buffervatregeling met twee voelers
P3 = Evenwichtsflesregeling
H = Verwarming
W = Verwarming en warmwaterbereiding
C = Verwarming en bereiding van sanitair warm water met
geïntegreerde platenwarmtewisselaar
A = Buitenvoeler
- = Geen buitenvoeler
t = Afstandssturing temperatuur
P = Pomp met toerentalregeling
- = Geen pomp met toerentalregeling
(1
(1
(1