Waarschu-
Oorzaak
wingscode
W12
Temperatuur aan de vertrekvoeler > 95 °C
W14
Vertrektemperatuur stijgt te snel
(gradiënt)
Het verschil tussen vertrek- en rookgastempera-
W15
tuur is te groot
(Na 30 waarschuwingen wordt de installatie ver-
grendeld met F15 )
W16
Rookgastemperatuur te hoog
(Parameter 33 - 5 K)
W22
Vlamuitval tijdens de werking
(Na een tweede mislukte startpoging wordt de
installatie vergrendeld met F21 )
Buitenvoeler defect
W33
(Bij defecte buitenvoeler wordt de buitentempe-
ratuur op 0 °C gezet.)
W34
Warmwatervoeler (B3) defect
Waterstromingssensor defect
W37
Geen stuursignaal circulatiepomp
W42
W80
Probleem communicatie met cascademanager
W81
Probleem communicatie met WCM-FS#1
W82
Probleem communicatie met EM#2 of
WCM-FS#2
W83
Probleem communicatie met EM#3 of
WCM-FS#3
83247607 • 1/2016-10 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC 15 ... 32-A
10 Foutopsporing
10.3 Fout verhelpen
10.3.1 Waarschuwingscode
87-118
Oplossing
▶
Waterdebiet controleren.
▶
Werking van de pomp controleren.
▶
Waterdruk controleren, evt. bijvullen.
▶
Toestel waterzijdig ontluchten.
▶
Waterdebiet controleren.
▶
Werking van de pomp controleren.
▶
Toestel waterzijdig ontluchten.
▶
Installatiedruk te laag.
▶
Vertrekvoeler controleren en evt. vervangen.
▶
Waterdebiet controleren.
▶
Waterdebiet verhogen.
▶
Warmtewisselaar controleren (zie hfst. 9.6).
▶
Rookgasvoeler controleren en evt. vervangen.
▶
Gasaansluitdruk controleren.
(Stromingszekering)
▶
Ionisatie-elektrode controleren, evt. vervan-
gen (zie hfst. 9.5).
▶
Branderoppervlak reinigen en evt. vervangen
(zie hfst. 9.4).
▶
Ionisatie-elektrode heeft kortsluiting op bran-
deroppervlak.
▶
Bij ruimteluchtonafhankelijke bedrijfsmodus de
dichtheid van het rookgassysteem controle-
ren (zie hfst. 7.4).
▶
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
▶
Voeler en leiding controleren, evt. vervangen.
▶
Waterstromingssensor en leiding controleren,
en evt. vervangen.
▶
Warmwatervoeler (uitvoering C) vervangen.
▶
Verbinding controleren.
▶
Circulatiepomp controleren.
▶
Verbinding controleren.
▶
Cascademanager controleren.
▶
Adresinstelling parameter 12 controleren.
▶
eBus-voeding controleren.
▶
Verbinding controleren.
▶
Afstandbedieningseenheid vervangen.
▶
Adressering controleren.
▶
Verbinding controleren.
▶
Uitbreidingsmodule vervangen.
▶
Afstandbedieningseenheid vervangen.
▶
Adressering controleren.
▶
Verbinding controleren.
▶
Uitbreidingsmodule vervangen.
▶
Afstandbedieningseenheid vervangen.