Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Relatieve Of Absolute Temperatuurinstelling; Ventilatiegroepen - Stienen BE PL-9000 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

RELATIEVE OF ABSOLUTE TEMPERATUURINSTELLING

Regeling
Hoofventilatiegroep

Ventilatiegroepen

Verwarming 1..2
Koeling
Temperatuur 1 en 2
Relatief
: De temperatuurregeling werkt met een verschiltemperatuur ten opzichte van de ingestelde
staltemperatuur. De temperatuurregeling volgt de ingestelde staltemperatuur. Als u bijv. een
verschiltemperatuur instelt van 5,0ºC en de ingestelde staltemperatuur is 20,0ºC dan regelt de
temperatuurregeling op 20,0ºC+5,0ºC = 25,0ºC. Wijzigt u de staltemperatuur bijv. in 18,0ºC dan
regelt de temperatuurregeling op 18,0ºC+5,0ºC = 23,0ºC.
Absoluut
: De temperatuurregeling werkt met absolute temperatuurinstellingen, d.w.z. dat als u de
temperatuur op 5,0ºC instelt de uitgang ook regelt op 5,0ºC. De temperatuurregeling werkt
onafhankelijk van de ingestelde staltemperatuur.
VENTILATIEGROEPEN
Afhankelijk van het type en het aantal ventilatiegroepen varieert het aantal menukeuzes in het "Ventilatie-
groepen" menu.
We merken op dat de weergegeven teksten van de ventilatiegroepen kunnen afwijken van de in deze
handleiding weergeven teksten (de teksten kunnen, met uitzondering van de hoofdventilatiegroep, door de
installateur gewijzigd worden).
VENTILATIECAPACITEIT
De berekende totale ventilatiecapaciteit en de ventilatiecapaciteit per dier wordt in m
HOOFDVENTILATIE
Dit is groep die de "hoofdventilatie" regelt in de stal. Ten gevolge van de compensaties kan de berekende
waarde afwijken van de ingestelde waarde.
INSTELLING TEMPERATUUR
Dit is de temperatuur waarop de ventilatiegroep regelt, deze instelling is relatief ten opzichte van de
staltemperatuur. Achter de temperatuur instelling wordt de berekende temperatuur weergegeven waarop de
ventilatiegroep regelt.
BANDBREEDTE
De bandbreedte bepaalt de 'gevoeligheid' van de ventilator voor een temperatuursverandering. Hoe kleiner de
bandbreedte hoe feller de ventilator reageert op een temperatuursverandering. Sterke schommelingen in de
ventilatie zijn niet goed voor het stalklimaat. Een bandbreedte van 4 à 7 °C, afhankelijk van de
buitentemperatuur, is daarom te adviseren (zie ook automatische bandbreedtecompensatie pagina 21).
MINIMUM EN MAXIMUM VENTILATIE
Indien compensatie op bezettingsgraad geïnstalleerd is, wordt de minimum en/of maximum ventilatie aangepast
aan het aantal dieren in de stal. Daarnaast kunnen de minimum en de maximum ventilatie beïnvloed worden
door de RV, CO
meteo, nachtinstelling of buitentemperatuur.
2
MOMENTELE TEMPERATUUR
Op deze regel wordt de momentele gemiddelde staltemperatuur weergegeven.
Pagina 12 van 41
Relatieve instelling
Altijd relatief
t.o.v.
staltemperatuur
Altijd relatief
t.o.v.
staltemperatuur
Ligt de instelling tussen de -9,9°C
en de +9,9°C dan is de instelling
relatief t.o.v. staltemperatuur
Ligt de instelling tussen de -9,9°C
en de +9,9°C dan is de instelling
relatief t.o.v. staltemperatuur.
U kunt aan uw installateur opgeven of temperatuurregeling 1 en/of
temperatuurregeling 2 relatieve of absolute temperatuurinstellingen
zijn.
Absolute instelling
n.v.t.
n.v.t.
Wordt een waarde van 10,0°C of
hoger ingesteld dan is dit een
absolute temperatuurinstelling.
Wordt een waarde van 10,0°C of
hoger ingesteld dan is dit een
absolute temperatuurinstelling.
3
/u weergegeven.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pl-9000-i

Inhoudsopgave