OVERIGE REGELINGEN
DRUKREGELING
Het regelen van de kleppen op basis van een vooraf ingestelde onderdruk garandeert een optimaal
stromingspatroon van de binnenkomende lucht.
Aan de hand van de ingestelde en de gemeten druk wordt de gewenste klepopening berekend. De kleppen die
op druk regelen worden elke 2 minuten bij geregeld. Bij grote afwijkingen tussen ingestelde en gemeten kan het
dus enige tijd duren voordat de kleppen de juiste stand bereikt hebben. Door de "Berekende klepopening" te
wijzigen kunt u ervoor zorgen dat de kleppen sneller naar de gewenste klepstand worden geregeld.
EXTERNE INGANG
Op de externe ingang kunnen bijv. de uitloopluiken worden aangesloten. Door de openingen van de
uitloopluiken komt veel koude lucht de stal binnen. Hierdoor daalt de staltemperatuur sterk, voornamelijk
onderin de stal. Zouden we drukregeling niet uitschakelen dan neemt de luchtsnelheid en het temperatuur-
verschil in de stal enorm toe, wat al snel kan leiden tot een gevoel van tocht bij de dieren. Vandaar dat de
drukregeling wordt uitgeschakeld zodra de uitloopluiken open staan. De inlaatkleppen, die op druk regelde,
worden in dit geval op temperatuur geregeld.
BEVOCHTIGEN
In dit scherm kunt u de bevochtigingregeling aan/uit zetten, daarnaast kunt u hier het percentage van de
relatieve luchtvochtigheid instellen waaronder de regeling actief moet zijn.
TEMPERATUURREGELING
De temperatuurregeling kan zowel worden ingesteld als zijnde een verwarming of zijnde een koeling. Afhankelijk
van het type uitgang is het een geregelde of geschakelde regeling.
TEMPERATUURREGELING ALS VERWARMING
Als temperatuurregeling als verwarming is ingesteld dan wordt de temperatuurregeling op identieke wijze
ingesteld als een verwarming, zie pagina 17, met uitzondering van de minimum verwarming. Die kunt u hier
apart instellen.
TEMPERATUURREGELING ALS KOELING
Als temperatuurregeling als koeling is ingesteld dan wordt de temperatuurregeling op identieke wijze ingesteld
zoals de koeling op pagina 18.
Temperatuurinstelling zie "Relatieve of absolute temperatuurinstelling" pagina.12.
TEMPERATUURBEWAKING
1 minuut
Actuele meting
Meting van 1 minuut geleden
De temperatuurbewaking wordt door uw installateur ingesteld.
Per voeler wordt de actuele meting vergeleken met de meting van een
minuut geleden. Is de temperatuurstijging in die minuut groter of gelijk
dan de ingestelde relatieve alarmgrens dan wordt er alarm gegeven.
Indien de meting binnen de grenzen valt wordt de voorgaande meting
gelijk gemaakt aan de huidige meting en wordt een nieuwe meting
gestart.
Stijgt de gemeten temperatuur van de voeler boven de absolute grens
dan wordt er ook alarm gegeven.
Het temperatuurbewakingsalarm treedt alleen op bij een positief verschil.
Verschil temp.
Pagina 19 van 41