GROEICURVEN
Let op!
Relatieve of absolute temperatuurinstelling, zie pagina 12
De dagnummers in de groeicurve moeten opeenvolgend zijn.
Wanneer het dagnummer van het eerste knikpunt groter is dan 1, dan wordt tot aan het
ingestelde dagnummer de instelling van het eerste knikpunt aangehouden.
Als de temperatuurcompensatie actief is, wordt de berekende staltemperatuur direct aangepast
aan de groeicurve instelling.
De instellingen die uit een groeicurve komen worden ieder uur opnieuw berekend waardoor
een geleidelijker verloop van de instelling wordt verkregen.
Door op functietoets F3 te drukken verschijnt de grafiek van de curve, door wederom de
functietoets F3 te drukken keert u terug naar het numerieke scherm
: Het actuele dagnummer wordt achter "Dag" tussen haakje weergegeven.
STALTEMPERATUUR
Bij het wijzigen van de groeicurven van de staltemperatuur dient u zich er bewust van te zijn dat alle
regelingen relatief t.o.v. deze temperatuur regelen.
HOOFDVENTILATIE
De temperatuur instelling van de hoofdventilatie is relatief t.o.v. de staltemperatuur
VERWARMING / KOELING ETC.
De temperatuur instelling is relatief t.o.v. de staltemperatuur wanneer de instelling onder de 10,0ºC ligt. Wordt
een temperatuur van 10,0ºC of hoger ingesteld dan betreft het een absolute temperatuur instelling.
DIERGEWICHT
De groeicurve van het diergewicht wordt momenteel alleen gebruikt in het overzicht van de groeicurven
(temperatuur hoofdventilatie) en heeft voor de verdere rest geen functie.
Voor het geleidelijk automatisch laten wijzigen van het stalklimaat zijn
diverse groeicurven aanwezig. Een groeicurve kan maximaal uit 7
knikpunten bestaan.
Afhankelijk van het actuele dagnummer wordt de actuele instelling uit de
groeicurve bepaald. Aan de hand van deze berekende instelling regelt de
pluimvee computer het stalklimaat (mits de groeicurven aan staan)
Groeicurven aan/uit Met behulp van deze instelling kunt u alle
groeicurven tegelijkertijd aan respectievelijk
uitzetten.
Pagina 25 van 41