Figuur 48
1. Peilstok
3. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop
losmaken van het klepdeksel (Figuur 48) en
voldoende olie bijvullen totdat het peil de
Vol-markering op de peilstok bereikt. Vul
de olie langzaam bij en controleer daarbij
veelvuldig het peil. Niet te vol vullen.
4. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
Motorolie verversen
1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen.
Warme olie kan beter worden afgetapt.
2. Stel de parkeerrem in werking, schakel de
pomp uit, zet de motor af en verwijder het
contactsleuteltje.
3. Maak de vergrendeling op de achterzijde van de
bestuurdersstoel los en klap deze naar voren.
De onderdelen onder de bestuurdersstoel
zullen heet zijn als de spuitmachine
in gebruik is geweest. U kunt zich
verbranden als u hete onderdelen
aanraakt.
Laat de machine afkoelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert of
onderdelen onder de motorkap aanraakt.
4. Plaats een opvangbak onder de aftapplug.
5. Verwijder de aftapplug (Figuur 49).
2. Dop van vulbuis
Figuur 49
1. Aftapplug carterolie
6. Als alle olie is afgetapt, plaatst u de aftapplug
terug en zet u deze vast met een torsie van
13,6 Nm.
7. Geef de oude olie af bij een erkend
inzamelcentrum.
8. Giet ca. 80% van de gespecificeerde
hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis
(Figuur 48).
9. Controleer het oliepeil.
10. Giet langzaam extra olie bij totdat het oliepeil
de Vol-markering op de peilstok bereikt.
Belangrijk: Het carter nooit te vol vullen
met olie. Hierdoor kan de motor worden
beschadigd.
Motorolielter vervangen
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen,
stappen .
2. Verwijder het oliefilter (Figuur 50).
Figuur 50
1. Olielter
52
2. Filtertussenstuk