Buigarm-weegcel PR 6207
8
Fouten opsporen
8.1
Algemene aanwijzingen
8.2
Visuele controle
Component
Weegobject
Kabelaansluitdoos
Verbindingskabels
Inbouwset
Weegcel
8.3
Meettechnische controles
8.3.1
Nulsignaal van de weegcel controleren
8.3.2
DMS-brugschakeling van de weegcel controleren
NL-22
Wanneer na inbedrijfstelling en kalibratie onjuiste of niet-reproduceerbare waarden
worden gemeten, kan met de volgende aanwijzingen een eerste diagnose en
foutoplossing worden gerealiseerd.
Mogelijke fout
Zijn alle buizen, slangen en kabels vrij van trekkrachten?
Zijn de aansluitingen buigbaar en horizontaal bevestigd?
Staan elementen die star zijn verbonden met de weegschaal in direct contact met
de omgeving?
Is er wrijving opgebouwd tussen het weegobject en zijn omgeving (bijv. stoffige
doorbraken, ...)?
Is er vocht binnengedrongen?
Maken alle soldeer- en schroefverbindingen goed contact?
Is de mantel beschadigd?
Is er vocht binnengedrongen?
Is er stof opgehoopt tussen de weegcel en de overbelastingsbeveiliging?
Zijn de dwarsgeleidearmen bekneld?
Is de weegcel in de belastingsrichting (pijl aan de voorzijde van de weegcel) ge-
monteerd?
Zijn de weegcellen, en in het bijzonder de balgen, beschadigd?
Is de mantel van de weegcelkabel beschadigd?
Is er vocht in de weegcelkabel gekomen?
-
Weegcel ontlasten.
-
Meetuitgangen van de weegcellen van elkaar scheiden.
-
Controleren of de uitgangsspanning zonder belasting niet wordt overschreden.
Type
D1, C3
-
De testspanning mag niet worden overschreden.
-
Controleren of de weerstandswaarden binnen de toegestane grenswaarden liggen.
Uitgangsspanning
0 ±0,02 mV/V
8 Fouten opsporen
Minebea Intec