Figuur 51
1. Veiligheidsfilter
4.
Reinig de opening van de vuiluitlaat die zich in
het afneembare deksel bevindt. Verwijder de
rubberen uitlaatklep van het deksel, maak de
holte schoon en plaats de klep terug.
5.
Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep
naar beneden gericht – in een stand tussen
ongeveer 5:00 tot 7:00 uur, gezien vanaf het
uiteinde.
6.
Stel de indicator
rood is.
Motorolie verversen en
filter vervangen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 150 bedrijfsuren
1.
Verwijder de aftapplug
in een opvangbak lopen. Als er geen olie meer
naar buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
Figuur 52
1. Aftapplug motorolie
2.
Verwijder het oliefilter
een dun laagje schone olie op de nieuwe
filterpakking voordat u deze vastschroeft. Niet
te vast draaien.
(Figuur
48) opnieuw in als deze
(Figuur
52) en laat de olie
(Figuur
53). Smeer
g011505
1. Motoroliefilter
3.
Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren.
De gashendel afstellen
Stel de kabel van de gashendel
de regelhendel op de motor contact maakt met de
stelbout voor hoog toerental op hetzelfde punt waar
de kabel van de gashendel contact maakt met het
uiteinde van de sleuf in de bedieningsarm.
g009713
1. Gaskabel
45
Figuur 53
(Figuur
54) zo af, dat
Figuur 54
g008807
g026803