Voorbereidingen
•
•
> Druk de steekplaat bij de markering rechtsachter naar beneden tot deze wegkantelt.
> Verwijder de steekplaat.
> Plaats de openingen van de nieuwe steekplaat boven de overeenkomstige geleidingspinnen en druk de
Steekplaat op de gebruikersinterface selecteren
Na het verwisselen van de steekplaat kan worden gecontroleerd of deze met de geselecteerde naald kan
worden gebruikt.
> Tik op «Steekplaatselectie».
> Selecteer de eerder bevestigde steekplaat.
2.10 Inrijgen
Bovendraad inrijgen
Voorwaarde:
•
•
> Zet het plaatje van schuimstof op de garenkloshouder.
> Zet de garenklos op de garenkloshouder, zodat de draad met de wijzers van de klok mee wordt
> Bevestig de passende garengeleidingsschijf.
> Rijg de draad in de richting van de pijl door de achterste draadgeleiding 1) en houd de draad zodanig
40
Machine is uitgeschakeld.
Naald en naaivoet zijn verwijderd.
steekplaat naar beneden tot hij vastzit.
–
Als de geselecteerde steekplaat in combinatie met de naald geschikt is, kan met naaien worden
gestart.
–
Als de geselecteerde steekplaat in combinatie met de naald niet geschikt is, wordt een foutmelding
weergegeven en wordt het starten van de machine automatisch verhinderd.
Naald en naaivoet zijn omhoog gezet.
Machine is uitgeschakeld.
afgewikkeld.
vast, dat deze strakgetrokken is en in de draadspanning kan worden gelegd.