tiliï•il•h~
J
Banden en velgen
Bandenspanning
,&.
Gevaar voor ongevallen
Als de bandenspanning herhaaldelijk daalt:
•
de band op ingedrongen voorwerpen
controleren
•
de band of het ventiel op lekkage con
troleren.
De bandenspanning alleen corrigeren als
de banden koud zijn.
Als de banden warm zijn, mag de banden
spanning alleen worden gecorrigeerd als
deze voor de actuele bedrijfsomstandighe
den te laag is.
Een tabel voor de bandenspanning van
koude banden en de verschillende bedrijfs
toestanden vindt u i n de tankdopklep van
de auto.
0
De voor een geringe belasting aangegeven
waarden zijn minimumwaarden waarbij een opti-
maal rijcomfort wordt verkregen.
U kunt echter ook de waarden voor hogere belas-
ting gebruiken. Ze zijn toegestaan en rijtech-
nisch gunstig. Het rijcomfort zal echter iets
afnemen.
(r)
Milieu-aanwijzing
De bandenspanning regelmatig controleren,
echter minimaal eens in de 14 dagen.
De bandenspanning wijzigt zich per tempe
ratuurwijziging van 10 °C circa 0, 1 bar. Als
de bandenspanning in een ruimte wordt
gemeten waarin de temperatuur afwijkt
van de buitentemperatuur, moeten de ge
meten waarden overeenkomstig worden
gecorrigeerd.
De bandentemperatuur en daarmee de
bandenspanning neemt eveneens tijdens
het rijden toe, afhankelijk van de snelheid
en de belasting van de banden.
Bandenspanningswaarschuwing*
Tijdens het rijden controleert de banden
spanningswaarschuwing de ingestelde
bandenspanning met behulp van de wiel
toerentallen. Daardoor kan het systeem
een duidelijk spanningsverlies bij een wiel
herkennen. Wanneer het wieltoerental
door een dalende bandenspanning veran
dert, verschijnt op het multifunctioneel dis
play een overeenkomstige waarschu
wingsmelding.
De bandenspanningswaarschuwing werkt
beperkt of vertraagd als:
•
sneeuwkettingen op de auto zijn ge
monteerd
•
bij winterse wegdekomstandigheden
wordt gereden
•
op een losse ondergrond (bijvoorbeeld
zand of grind) wordt gereden
•
zeer sportief wordt gereden (met hoge
bochtsnelheden of krachtige accelera
tie).