Parameterbeschrijving
3.16.3 15-2* Hist. log
Geef tot 50 gelogde gegevensitems weer via de arraypara-
meters in deze parametergroep. Voor alle parameters in de
groep geldt dat [0] de meest recente gegevens aanduidt
en [49] de oudste gegevens. De gegevens worden gelogd
bij elke gebeurtenis (niet te verwarren met SLC-gebeurte-
nissen). Gebeurtenissen heeft in deze context betrekking op
wijzigingen in een van de volgende gebieden:
1.
Dig. ingang
2.
Digitale uitgangen (niet bewaakt in deze SW-
versie)
3.
Waarsch.woord
4.
Alarmwoord
5.
Statuswoord
6.
Stuurwoord
7.
Uitgebreid statuswoord
Gebeurtenissen worden vastgelegd met de waarde, plus
een tijdstempel in ms. Het tijdsinterval tussen twee
gebeurtenissen is afhankelijk van hoe vaak gebeurtenissen
optreden (maximaal één keer per scaninterval). Het loggen
van data is een continu proces, maar bij het optreden van
een alarm wordt de log opgeslagen en worden de
waarden op het display weergegeven. Deze functie is
bijvoorbeeld nuttig wanneer na een uitschakeling (trip)
onderhoud moet worden uitgevoerd. Geef de historische
log uit deze parameter weer via de seriële-communica-
tiepoort of via het display.
15-20 Hist. log: event
Array [50]
Range:
Functie:
0
[0 - 255 ] Geef het type gebeurtenis voor de gelogde
*
gebeurtenissen weer.
15-21 Hist. log: waarde
Array [50]
Range:
Functie:
0
[0 -
Geef de waarde van de gelogde
*
2147483647 ]
gebeurtenis weer. De gebeurteniswaarden
kunnen aan de hand van de volgende
tabel worden geïnterpreteerd:
Digitale
ingang
®
VLT
AutomationDrive Programmeerhandleiding
Decimale waarde. Zie
16-60 Dig. ingang voor
een beschrijving na het
converteren naar een
binaire waarde.
®
MG33MF10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
15-21 Hist. log: waarde
Array [50]
Range:
Functie:
Digitale
uitgang (niet
bewaakt in
deze SW-
versie)
Waarsch.woor
d
Alarmwoord
Statuswoord
Stuurwoord
Uitgebreid
statuswoord
Tabel 3.30
15-22 Hist. log: tijd
Array [50]
Range:
Functie:
0 ms
[0 - 2147483647
Geef de tijd weer waarop de gelogde
*
ms]
gebeurtenis plaatsvond. De tijd wordt
gemeten in ms vanaf het moment dat
de frequentieomvormer is gestart. De
max. waarde komt overeen met ca. 24
dagen, dat wil zeggen dat de telling
na deze periode weer bij nul begint.
3.16.4 15-3* Alarmlog
Parameters in deze groep zijn arrayparameters en maken
het mogelijk om max. 10 foutlogs weer te geven. [0] staat
voor de meest recent opgeslagen gegevens en [9] voor de
oudste. Foutcodes, waarden en tijdstempel kunnen worden
weergegeven voor alle gelogde gegevens.
15-30 Foutlog: foutcode
Array [10]
Range:
Functie:
0
[0 - 255 ] Geef de foutcode weer en zoek de betekenis
*
ervan op in het 5 Problemen verhelpen.
Decimale waarde. Zie
16-66 Dig. uitgang [bin]
voor een beschrijving na
het converteren naar een
binaire waarde.
Decimale waarde. Zie
16-92 Waarsch.-wrd voor
een beschrijving.
Decimale waarde. Zie
16-90 Alarmwoord voor
een beschrijving.
Decimale waarde. Zie
16-03 Statuswoord voor
een beschrijving na het
converteren naar een
binaire waarde.
Decimale waarde. Zie
16-00 Stuurwoord voor
een beschrijving.
Decimale waarde. Zie
16-94 Uitgebr. statusw.
voor een beschrijving.
149
3
3