Setup-programma
> Kies de gewenste naaivoetstand.
Toets «Achteruitnaaien» programmeren
Er kan tussen «Achteruitnaaien» en «Steeksgewijs achteruitnaaien» worden gekozen.
> Druk op het symbool «Setup-programma».
> Druk op het symbool «Naai-instellingen».
> Druk op het symbool «Toetsen en symbolen programmeren».
> Druk op het symbool «Toets achteruitnaaien programmeren».
> Druk op het symbool «Steeksgewijs achteruitnaaien» om steeksgewijs achteruitnaaien in te stellen.
> Druk op het symbool «Achteruitnaaien permanent» om het permanent achteruitnaaien in te stellen.
Toets «Afhechten» programmeren
Het aantal en de soort afhechtsteken kunnen worden geprogrammeerd.
> Druk op het symbool «Setup-programma».
> Druk op het symbool «Naai-instellingen».
> Druk op het symbool «Toetsen en symbolen programmeren».
> Druk op het symbool «Toets afhechten programmeren».
> Druk op het symbool «Aantal afhechtsteken wijzigen» om de opeenvolgende afhechtsteken in te stellen.
> Druk op de symbolen «-» of «+» om het aantal afhechtsteken in te stellen.
> Druk op het geel omlijnde symbool om de wijzigingen naar de basisinstelling terug te zetten.
> Druk op het symbool «Afhechtsteken op dezelfde plaats» om 4 afhechtsteken op dezelfde plaats in te
stellen.
60