Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nidec Control Techniques Mentor MP Handleiding pagina 81

Inhoudsopgave

Advertenties

#4.27 t/m #4.32 Toerentalafhankelijke stroombegrenzing
Als een gelijkstroommotor door middel van veldverzwakking op hoge toerentallen wordt bedreven kunnen de volgende
twee fenomenen optreden die tot borstelvuur kunnen leiden.
1) Een te hoge dI/dt in de rotorspoelen.
2) Overcompensatie van de hulppolen t.o.v. het shuntveld wat de positie van de neutrale lijn in de motor aantast.
Om borstelvuur bij hoge toerentallen te voorkomen moet vanaf een bepaald toerental de ankerstroom begrensd worden.
Motoren die ver in het veldverzwakkingsgebied werken vinden over het algemeen hun toepassing in de hout en metaal
verspanende machines zoals draai- en freesbanken. Of er sprake is van een toerentalafhankelijke stroombegrenzing
moet blijken uit de verstrekte gegevens op de motor typeplaat. Hieronder is als voorbeeld de motor typeplaat
weergegeven van een spindelmotor van een draaibank. Bij het programmeren van de toerentalafhankelijke stroomgrens
moet eerst de motormap ingegeven worden overeenkomstig de basisgegevens van de motor, op de motor typeplaat is
dat de eerste kolom. De programmering is als volgt:
Ankerspanning
#0.27 (#5.09) = 400 V
Ankerstroom
#0.28 (#5.07) = 33 A
Basistoerental
#0.29 (#5.08) = 1800 rpm
Veldstroom
#0.31 (#5.70) = 2,35 A
Veldspanning
#0.32 (#5.73) = 310 V
Vervolgens:
Max. toerental
#0.23 (#1.06) = 6300 rpm
Stroomgrens
#4.07 = 100 %
Taper drempel 1
#4.27 = 3500 rpm
Taper drempel 2
#4.28 = 5000 rpm
Taper eindpunt 1
#4.29 = 73 %
Taper eindpunt 2
#4.30 = 61 %
Motor typeplaat
UA (V)
400
400
IA
(A)
33
33
P
(kW)
11
11
N
(rpm)
1800
3500
UF (V)
310
120
IF
(A)
2,35
0,9
Het vrijgeven en inregelen van de veldverzwakking wordt hier niet op ingegaan, dit is beschreven in menu 5.
Indien slechts één knikpunt geprogrammeerd moet worden dan moet gebruik gemaakt worden van kniekpunt 1.
Bovenstaande voorbeeld gaat uit van een stroomgrens van 100%
overeenkomstig de motor nominaalstroom. Indien een hogere
stroomgrens gewenst is i.v.m. acceleratie en deceleratie, zal de
programmering aangepast moeten worden overeenkomstig de
nevenstaande illustratie. Het is niet uitgesloten dat de commutatie-
curve van deze motor tot 3500rpm steiler verloopt als hiernaast is
weergegeven. Uiteraard kan de programmering van de stroom-
grenscurve naar eigen inzicht gemaakt worden. Mogelijk kan de
motorleverancier aanvullende informatie geven betreft het verloop
van de curve tot 3500rpm. Dit is dus alleen van belang indien de
stroomgrens verhoogd moet worden boven de nominaalstroom
van de motor.
Mentor MP, Versie 6.2
MP menu 4
Stroomgrens en koppelniveaus
Taper eindpunt 1 (%)
(24/33 = 73%)
Taper eindpunt 2 (%)
(20/33 = 61%)
400
400
24
20
Toerental
8
6,8
meetwaarde
5000
6300
(rpm)
70
50
0,55
0,42
Pagina 81 van 172
Amp.
40
30
4.29
20
4.30
10
IA
0
1000
N
Taper drempel 1
(rpm)
+
4.27
_
3.02
Taper drempel 2
(rpm)
+
4.28
_
Amp.
50
40
30
20
10
IA
0
1000
2000
4.31
overschreden
#4.07 = 100%
73%
2000
3000
4000
5000
6000
Drempel 1
overschreden
4.31
Drempel 2
overschreden
4.32
#4.07 = 150%
73%
61%
3000
4000
5000
6000
7000
Drempel 1
Drempel 2
4.32
overschreden
61%
7000
rpm
rpm

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave