C
D
E
N
M
L
Afb. 7. Vrije ruimten voor één ketel
A-070336_NL • B_0821
Aansluitingen
aanvoer-/retouraansluitingen ( ) Ø - [M]
Aansluiting veiligheidsgroep (
F
G
gasaansluiting ( ) Ø - [M]
H
Aansluiting rookgasafvoer Ø
Aansluiting verbrandingsluchtinlaat Ø
I
Aansluiting condensafvoer Ø
J
min. dwarsdoorsnede van luchtinlaat
K
T
) Ø - [F]
Minimale
afstanden
bovenkant
mm
achterkant
mm
voorkant
mm
zijkanten
mm
* In een cascade-configuratie kunnen ketels naast elkaar
worden geïnstalleerd met een vrije tussenruimte van 160
mm. Voor de "buitenzijde" van de eerste en laatste ketel in
de ketting moet de minimale afstand aan de zijkant worden
aangehouden. In het geval van gasconversie moet de vrije
ruimte aan de zijkant minstens 500 mm zijn.
500
Afb. 8. Minimale afstanden voor ketels in cascade
echnische specificaTies
N 120 FS
N 160 FS
in.
G 2
in.
G 1
in.
G 3/4
mm
130
mm
125
mm
25
mm
12,000
2
Min.
Aanbevolen
400
800
500
700
1,000
1,000
500*
500
160
N 200 FS
N 250 FS
G 21/2
G 1
G 1
180
125
25
12,000
A-15