Achterlichten
1.
Remlichten/parkeerlichten (21 W/15 W
of leds).
2.
Richtingaanwijzers (WY21W – 21 W).
3.
Achteruitrijlichten (W21W – 21 W).
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Toegang tot de lampen
F Verwijder de twee bouten.
F Verwijder de lichtunit door deze naar u toe
te trekken.
De amberkleurige lampen, zoals die van
de richtingaanwijzers, moeten worden
vervangen door lampen met dezelfde
kleur en specificaties.
Storingen verhelpen
Remlichten/parkeerlichten
(21 W/15 W)
F Draai de lamphouder naar links en verwijder
deze.
F Verwijder en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Remlichten/parkeerlichten (leds)
Laat werkzaamheden aan led-verlichting
alleen door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats uitvoeren.
8
99