U kunt de functie uitschakelen zodra
de temperatuur van de stoelen en
in het interieur op een aangenaam
niveau is gekomen. Dit vermindert
het stroomverbruik waardoor ook het
brandstofverbruik lager wordt.
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Langdurig gebruik in de hoogste instelling
wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen waarvan de warmtewaarneming
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.)
kunnen brandwonden krijgen.
Het systeem kan oververhit raken als
materiaal met isolerende eigenschappen
zoals kussens of stoelhoezen wordt
gebruikt.
Gebruik het systeem niet:
-
als vochtige kleding wordt gedragen,
-
als kinderzitjes zijn aangebracht.
Om breken van het verwarmingselement
in de stoel te voorkomen:
-
plaats geen zware voorwerpen op de
stoel,
-
kniel of sta niet op de stoel,
-
plaats geen scherpe voorwerpen op de
stoel,
-
mors geen vloeistoffen op de stoel.
Voorkomen van de kans op kortsluiting:
-
gebruik geen vloeibare producten om
de stoel te reinigen,
-
gebruik de verwarmingsfunctie nooit
wanneer de stoel vochtig is.
Achterbank
De achterbank bestaat uit twee verstelbare en
neerklapbare rugleuningen en een vaste zitting.
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen hebben twee standen, een
hoge stand (comfort en meer veiligheid) en een
lage stand (beter zicht naar achteren voor de
bestuurder).
De hoofdsteunen kunnen ook worden verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F trek de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
F druk vervolgens de pal in.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
Ergonomie en comfort
De hoek van de rugleuning
verstellen.
Verstellen van de rugleuning:
F trek de hendel naar voren om de rugleuning
te ontgrendelen.
F verstel de rugleuning en laat de hendel los
zodra de rugleuning in de gewenste stand
staat.
Er zijn zeven mogelijke posities voor het
verstellen van de hoek van de rugleuning.
Controleer altijd of de rugleuning goed is
vergrendeld.
3
25